Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

18 Risicobeheersing

18.1 Algemeen

De handhaving door de Douane is gebaseerd op risicobeheersing. Aard en omvang van de risico’s bepalen de gerichte inzet van handhavingsinstrumenten. De handhaving kent verschillende vormen in tijd en in werking, die elkaar aanvullen of versterken om het beoogde effect te bereiken. We hanteren dus een gelaagde handhaving. De Douane kan verschillende handhavingsvormen inzetten, van generiek (bijvoorbeeld monitoring, virtueel net, cameratoezicht) tot specifiek (bijvoorbeeld de controle van een goederenzending). De juiste keuze en inzet leiden tot een optimale doeltreffendheid (doen we de juiste dingen) en doelmatigheid (doen we de juiste dingen goed).

Risicovinding is een essentieel en onmisbaar element in het systeem van risicobeheersing, het genereert nieuwe signalen voor de risicobeheersing. Risicovinding kent twee vormen:

  • specifieke risicovinding: planmatig en thematisch.
  • generieke risicovinding: tijdens de uitvoering van geïntegreerde controles en controles op basis van steekproeven.

In alle processen past de Douane risicovinding toe.

Prioritering en handhavingsplan Douane

Toepassing van risicobeheersing betekent ook keuzes maken. Niet alle risicoterreinen vragen evenveel aandacht. Daar waar de risico’s het grootst zijn is ook de aandacht van de Douane het grootst. Op belangrijke handhavingsgebieden kiezen we gericht voor de inzet van (een mix van) effectgerichte handhavingsinstrumenten. Aan de overige, minder relevante handhavings-gebieden wordt minder intensief aandacht besteed. In het handhavingsplan Douane is dit vertaald naar verplichtingen, aandachtsterreinen die maatschappelijk en/of politiek van belang zijn, prioriteiten en risicovinding.

Specifiek handhavingsniveau en de specifieke controle

Bij het specifieke handhavingsniveau maakt de Douane gebruik van risicoanalyses. De Douane stelt jaarlijks vast welke risico’s op het gebied van LM zij wil afdekken. Ook stelt de Douane vast welke handhavingsmaatregelen zij daarvoor zal nemen. De directie SBI  legt landelijk het specifieke handhavingsniveau vast in het zogenoemde Handhavingsplan. Daar wordt het plan beheerd, geëvalueerd en (jaarlijks) geactualiseerd.

Handhaving

Ook bij de generieke handhaving werkt de Douane risicogericht en is het beschreven risico leidend. Naast controle op dit risico voeren we een geïntegreerde controle uit. Bij controles op andere handhavingsgebieden controleren we het beschreven risico, maar kijken we dus ook naar het risico’s voor LM. Bij het handhavingsniveau gaat de Douane uit van risicoanalyses. De Douane stelt jaarlijks vast welke bijzondere risico’s op het taakgebied LM wil afdekken.

Ook stelt de Douane met het ministerie vast welke handhavingsmaatregelen zij daarvoor zullen nemen.

Risicodatabase

DOU-IT is een applicatie die het proces van risicobeheersing geautomatiseerd ondersteunt. Met de applicatie is het mogelijk om nieuwe (risico)signalen digitaal te verzenden naar de postbus van het centraal punt van de DOU-IT. De applicatie levert een bijdrage in de verdere ontwikkeling en besluitvorming over de ingebrachte signalen. Een risicosignaal over LM uit de DOU-IT wordt veredeld ener wordt een besluit daarover genomen voor een eventuele controleopdracht. DLTC is verantwoordelijk voor de monitoring en evaluatie van de controleopdrachten (kleine leercirkel) en SB&I.

18.2 Sanctielijst in applicatie LM

Door de EU opgelegde beperkende maatregelen kunnen gericht zijn tegen regeringen van derde landen, of niet-statelijke entiteiten (bijvoorbeeld bedrijven) en individuen (zoals terroristische groeperingen en terroristen). Voor de meeste sanctieregelingen zijn maatregelen gericht op individuen en entiteiten en bestaan ze uit het bevriezen van tegoeden en reisverboden.

Hier vindt u meer informatie over sanctieregelingen.

Zie verder ook het VGEM voorschrift Sanctiemaatregelen.

Er zijn drie soorten sanctieregelingen in de EU:

  • sancties van de VN die de EU omzet in EU-recht.
  • EU sancties die de VN-sancties versterken door strengere en aanvullende maatregelen toe te passen (bijvoorbeeld jegens Noord-Korea).
  • volledig autonome sanctieregelingen vanuit de EU (bijvoorbeeld jegens Syrië, Venezuela, Oekraïne/Rusland).

Binnen de sanctiewetgeving worden vaak maatregelen getroffen die zich richten op bepaalde personen en/of entiteiten. Doel daarvan is economische middelen en/of tegoeden van deze personen/ entiteiten te bevriezen (in beslag te nemen). Bij elkaar zijn dat duizenden personen/entiteiten! Om te kunnen toetsen of een persoon/entiteit "gelist" is (opgenomen in een bijlage bij een besluit of verordening) moet men de betreffende sanctieverordening/het besluit raadplegen. Dat is een lastige opgave. Er bestaat echter een mogelijkheid om een bestand te downloaden. Dit is een geconsolideerde lijst van personen, groepen en entiteiten die onderworpen zijn aan financiële sancties van de EU. Deze kan worden gedownload van de Financial Sanctions Database - FSF-platform dat toegankelijk is via het volgende adres: https://webgate.ec.europa.eu/fsd/fsf

Om toegang te krijgen tot het FSF-platform moet men een "EU Login"-account hebben. De dossierhouder liquide middelen op SB&I/Team VGEM draagt er zorg voor dat regelmatig updates van deze lijst worden verkregen en dat die door IM in de applicatie liquide middelen worden ingelezen.

In de registratiefase worden geautomatiseerd, op de achtergrond, de gegevens van de aangever tegen deze lijst gecontroleerd. Wanneer daarbij een raking plaatsvindt, zal vanuit de applicatie LM een controleopdracht worden gegenereerd voor een onderzoek LM door de vraagbaak LM.

Plaatje voorbeeld van FSF-platform.

Rol vraagbaak bij financiële sanctiemaatregelen

De Douane heeft een beperkte taak bij het toezicht op financiële sanctiemaatregelen. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van:

  • verdachte situaties of transacties met geld en waardevolle goederen in het reizigersverkeer door personen die op basis van een sanctieverordening “gelist” zijn.
  • verdachte situaties of transacties die zien op een mogelijke overtreding van het verbod op financiering, financiële bijstand of het verstrekken van tegoeden.

Constateert u verdachte situaties of transacties? Meld deze aan de vraagbaak LM. De vraagbaak neemt contact op met de CDIU. Bij een mogelijke onregelmatigheid overlegt de CDIU met team POSS. Team POSS beoordeelt of zij de melding zelf behandelt of dat deze wordt doorgegeven aan de FIOD.

18.3 Sanctiemaatregelen Rusland/Belarus

VERORDENING 2022/576 van 8 april 2022 tot wijziging van Verordening 833/2014 betreffende beperkende maatregelen naar aanleiding van de acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren.

VERORDENING 2022/577 van 8 april 2022 tot wijziging van Verordening 765/2006 betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus en de betrokkenheid van Belarus bij de Russische agressie tegen Oekraïne.

Beide verordeningen bevatten de volgende bepaling:

  1. Het is verboden om in officiële valuta van een lidstaat luidende bankbiljetten te verkopen, te leveren, over te dragen aan of uit te voeren naar Rusland of naar natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen in Rusland, met inbegrip van de regering en de centrale bank van Rusland, of voor gebruik in Rusland.
  2. Het in lid 1 bedoelde verbod is niet van toepassing op de verkoop, levering, overdracht of uitvoer van in officiële valuta van een lidstaat luidende bankbiljetten indien dergelijke verkoop, levering, overdracht of uitvoer noodzakelijk is voor:
    a) persoonlijk gebruik door natuurlijke personen die naar Rusland reizen of hun naaste familieleden die samen met hen reizen, of
    b) de officiële doelen van diplomatieke missies, consulaire posten of internationale organisaties in Rusland die bescherming genieten op grond van het internationale recht. Het doel van de maatregel is te voorkomen dat de Russische /Belarussische regering, haar centrale bank, natuurlijke of rechtspersonen in deze landen toegang krijgen tot deze valuta. De uitzondering is opgenomen voor persoonlijk gebruik van reizende natuurlijke personen naar deze landen of leden van hun naaste familie die met hen reizen.

De uitzondering moet niet te ruim worden geïnterpreteerd en (volgens berichtgeving van de EU commissie) is niet bedoeld:

  • om te worden gebruikt voor commerciële doeleinden van bedrijven, zoals in de voorbeelden van cash to master of gevallen waarin RU-bedrijven sluiten en terugkeren naar Rusland met contant geld van het bedrijf.
  • voor de situatie van werknemers van bedrijven die sluiten en die naar Rusland terugkeren en hun spaargeld meenemen. De maatregel is tijdelijk, aangezien hij verband houdt met de agressie van Rusland tegen Oekraïne en er daarom geen reden is om Russen terug te laten gaan naar Rusland om hun bankrekeningen te legen om alles in Rusland te repatriëren.
  • om contant geld mee te nemen voor andere ontvangers zoals kennissen, vrienden, ouders, omdat de vrijstelling beperkt is tot degenen die reizen.

Er is dus geen duidelijker kader te geven dan hierboven is vermeld en het zal afhankelijk zijn van de feiten en omstandigheden. Uitgangspunt is dat de vraagbaak LM wordt betrokken, een onderzoek LM wordt uitgevoerd als een dergelijke casus speelt en afgestemd wordt met de BFC-er.

Maritiem

Een overzicht van de maritieme aangiften uitgaand met bestemming Rusland (vanaf 3 juni 2021) betreft een gering risico en bescheiden omvang. In een periode van 9 maanden is 5 keer bestemming Rusland en (een beetje) euro's. Dit is een te verwaarlozen risico. Uitgangspunt is dat de vraagbaak LM wordt betrokken als een dergelijke casus speelt en afgestemd wordt met de BFC-er.

Lucht

Er zijn geen rechtstreekse vluchten dus het risico van export van euro's naar Rusland zal niet groot zijn. Lastig is om de uitzondering te duiden wanneer een casus wel voldoet, maar sprake is/kan zijn van "persoonlijk gebruik". Dat zal uit de aangifte moeten blijken bij besteding, maar dit blijft een erg vage duiding. Ook is het lastig om te zeggen waar een eventuele bovengrens zit. Als men met 100.000 euro de EU verlaat met bestemming Rusland of al met 10.000 euro? Er is hiervoor geen duidelijk kader te geven en een en ander zal afhankelijk zijn van de feiten en omstandigheden. Uitgangspunt is dat de vraagbaak LM wordt betrokken en een onderzoek LM wordt uitgevoerd als een dergelijke casus speelt en afgestemd wordt met de BFC-er.

18.4 Verordening - risicobeheerkader

De Verordening LM bepaalt dat LM controles voornamelijk worden gebaseerd op risicoanalyse, die ertoe strekt de risico's in kaart te brengen en te evalueren alsmede de nodige tegenmaatregelen te ontwikkelen. Zij worden verricht binnen een gemeenschappelijk risicobeheerkader (Artikel 5 lid 4). Voor het invullen van dit gemeenschappelijk risicobeheerkader (Common Cash Movements Risk Criteria and Standards) bestaat een uitvoeringshandeling met criteria voor het gemeenschappelijk risicobeheerkader en rapportage verplichtingen (Artikel 16 lid 1 sub b). De DLTC dossierhouder liquide middelen draagt hiervoor -in afstemming met SB&I/team VGEM zorg.