19 Informatiedeling
19.1 Geheimhoudingsplicht
De Douane heeft een geheimhoudingsplicht en mag niet zomaar gegevens en inlichtingen verstrekken. De Adw geeft de wettelijke mogelijkheid gegevens uit te wisselen met Nederlandse overheids- en semi-overheidsinstellingen (Adw, artikel 1:33, lid 3).
De Douane mag informatie verstrekken als het gaat om gegevens en inlichtingen die de Douane en deze instellingen nodig hebben om hun taak - waarop de Adw betrekking heeft - uit te voeren. Neem bij twijfel altijd contact op met de BFC-er.
De Douane kan informatie verstrekken aan andere diensten voor zover die ook met de uitvoering en handhaving van een specifieke regeling zijn belast. De uit te wisselen informatie moet uiteraard van belang zijn voor de juiste uitvoering van die specifieke regeling. In het kader van de het MR en de Verordening LM verstrekt de Douane informatie aan:
- FIU
- Icov
- Belastingdienst
- Douaneautoriteiten in lidstaten
- Douaneautoriteiten in derde landen
- Douane Caribisch Nederland
19.2 ICOV rapportage vermogen en inkomen
De infobox Crimineel en Onverklaarbaar Vermogen (iCOV) is een samenwerkingsverband tussen de Politie, de Belastingdienst, de Douane, de Bijzondere Opsporingsdiensten, FIU-Nederland en het Openbaar Ministerie (OM). De iCOV informatie/rapportage kan bruikbaar zijn bij de beoordeling (achteraf) van de verkregen kennisgevingsaangifte informatie. Bij iCOV kan een rapportage naar vermogen en inkomen (iRVI) of een relatierapportage (iRR) worden opgevraagd.
Hieronder volgt een voorbeeld van een ICOV opvraag iRVI. De pijl geeft aan welke gegevens beschikbaar zijn in blauw en de welke gegevens er voor dit subject niet zijn (grijs). Onderstaand subject heeft dus (bijvoorbeeld) geen verdachte transacties en geen aangiften LM op zijn naam staan.

Hoe werkt het?
Een rapportage aanvragen bij iCOV gaat via het Portaal. Het Portaal zorgt ervoor dat rapportages snel en veilig kunnen worden aangevraagd en vervolgens gedownload. Afhankelijk van de breedte en diepte van de informatie in de rapportage is deze met enkele minuten beschikbaar.
Wie mag een aanvraag doen?
Afhankelijk van de taak die iemand uitvoert en het type onderzoek waarvoor de rapportage nodig is, is meer of minder informatie zichtbaar. Er zijn wettelijke beperkingen op welke gegevens, in welke onderzoeksfase en voor welke overheidstaak zichtbaar mogen zijn.
Aanvraag account
Een rapportage aanvragen bij iCOV gaat via het Portaal. Het Portaal zorgt ervoor dat rapportages snel en veilig kunnen worden aangevraagd en vervolgens gedownload. Afhankelijk van de breedte en diepte van de informatie in de rapportage is deze met enkele minuten beschikbaar.
Afhankelijk van de taak die iemand uitvoert en het type onderzoek waarvoor de rapportage nodig is, is meer of minder informatie zichtbaar. Er zijn wettelijke beperkingen op welke gegevens, in welke onderzoeksfase en voor welke overheidstaak zichtbaar mogen zijn. Medewerkers van de samenwerkende partijen kunnen rapportages aanvragen. U kunt een account aanvragen via de volgende link:
https://mijnicov.rijksweb.nl/account
19.3 Loket kennisgevingen meldt in RIF
In de EU bestaat voor de douanediensten een systeem voor de uitwisseling van risicosignalen. Dit systeem heet RIF (Risk Information Forms). Hiermee wordt snel en doeltreffend informatie over douanecontroles en risico’s uitgewisseld onder douanediensten in de lidstaten. Binnen Intelligence wordt het RIF-systeem gebruikt. In het RIF-systeem is het niet toegestaan persoonsgegevens op te slaan. Wanneer persoonsgegevens uitgewisseld moeten worden, worden andere systemen toegepast zoals CIS, 24H-contactpoints, wederzijdse of spontane bijstand.
Alleen RIF melding van “code 5” zaken
De Douane vult altijd RIF wanneer de onregelmatigheid ziet op witwassen (zogenaamde code 5 zaken). In die gevallen is bij “Modus Operandi” op het registratieformulier ook “vermoeden witwassen” aangegeven.
Dit zijn zaken die de moeite waard zijn om gedeeld te worden (inclusief eventuele foto’s van smokkelmethoden).

Periodieke controle door Loket Kennisgevingen in applicatie LM op code 5 gevallen
Het Loket Kennisgevingen draagt zorg voor de juiste en volledige registratie van alle witwaszaken (code 5 gevallen) van de Douane en het vullen van het RIF systeem. Periodiek controleert het Loket kennisgevingen de registraties in de applicatie LM.
19.4 CIS (Customs Information System)
CIS is bedoeld voor de uitwisseling van informatie tussen de Europese douaneautoriteiten om daarmee criminaliteit, zoals smokkel, te bestrijden. Het systeem bestaat uit een centrale gegevensbank die zich bevindt bij OLAF (het Europees Bureau voor Fraudebestrijding). CIS is vanuit alle lidstaten van de EU online toegankelijk voor de bevoegde autoriteiten.
CIS bevat uitsluitend gegevens die noodzakelijk zijn voor de handhaving van de douanevoorschriften. Hieronder bevinden zich persoonsgegevens (zoals naam, adres en nummer van identiteitsdocument van een verdacht persoon).
De aard van deze persoonsgegevens is nauwkeurig omschreven. De verzameling en verwerking ervan is gebonden aan de regels voor de bescherming van persoonsgegevens. Sinds 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) van toepassing. De verordening stelt de informatiedeling van de gegevens in bepaalde situaties verplicht via CIS ( Artikel 16 lid 1, sub c). Voor deze situaties worden, geautomatiseerd vanuit de applicatie LM, de gegevens in CIS geüpload.
19.5 Informatieverstrekking EU lidstaten
Verordening: vier situaties
De verordening kent 4 situaties voor verplichte informatiedeling tussen lidstaten (artikel 10, lid 1):
- Schendingen aangifteplicht LM en kennisgevingsplicht LM.
- Binnenkomen of verlaten met LM ter waarde van minder dan € 10.000 en aanwijzingen dat de LM verband houden met criminele activiteiten.
- Aangiften LM en kennisgevingen LM wanneer er aanwijzingen zijn dat de LM verband houden met criminele activiteiten.
- Geanonimiseerde risico-informatie en resultaten van risicoanalyse.
De verordening bevat de verplichting in deze situaties de informatie met de overige lidstaten te delen. In de Uitvoeringsverordening 2021/776 zijn deze informatieverplichtingen voor een doeltreffende informatie-uitwisseling nader uitgewerkt. Kort gezegd betekent dit dat deze informatiedeling met de andere lidstaten plaatsvindt door het registreren van de (kennisgevings)aangifte LM in CIS en dat de deling vanuit dit systeem geautomatiseerd plaatsvindt.
Schendingen aangifte en kennisgeving LM
De gevallen waarbij sprake is van een schending van de aangifteplicht LM of kennisgevingsverplichting LM worden met alle EU lidstaten gedeeld. Op het registratieformulier wordt rubriek 1 of 2 altijd aangekruist. Alle zaken worden –geautomatiseerd vanuit de applicatie LM- in CIS geüpload. Vanuit CIS kunnen de andere lidstaten kennis nemen van de schendingen.
Bedragen onder drempelwaarde
In situaties waarin de Douane heeft geacteerd bij een bevinding van LM onder de drempelwaarde van € 10.000, wordt de informatie vergaard op een (kennisgevings)aangifteformulier LM. Op het registratieformulier wordt rubriek 4 altijd aangekruist. Ook wordt in het vak “Modus operandi” witwassen/terrorismefinanciering aangekruist.
Deze informatie wordt samen met het registratieformulier verwerkt in de applicatie LM en daarna geüpload in CIS. Vanuit CIS kunnen de andere lidstaten kennis nemen van deze zaken.
Aangifte met aanwijzingen voor criminele activiteiten
In die gevallen waarin vanuit een (kennisgevings)aangifte LM of een schending van een gedane (kennisgevings)aangifteplicht LM de conclusie wordt getrokken dat sprake is van een redelijk vermoeden van witwassen (of terrorismefinanciering), wordt op het registratieformulier rubriek 5 aangekruist. Ook wordt in het vak “Modus operandi” altijd witwassen/terrorismefinanciering aangekruist.
Deze informatie wordt samen met het registratieformulier verwerkt in de applicatie LM en daarna geautomatiseerd geüpload in CIS. Vanuit CIS kunnen de andere lidstaten kennis nemen van deze zaken.
Geanonimiseerde risico-informatie en resultaten van risicoanalyse
De Uitvoeringsverordening 2021/776 kent in Deel 2, bijlage 2 een formulier voor de uitwisseling van geanonimiseerde risico-informatie en resultaten van risicoanalyse (Artikel 10, lid 1, punt d). Deze informatiedeling vindt ook in CIS plaats conform verordening 515/97 (artikel 5, lid 4).
Het formulier bevat informatie die naar het oordeel van de lidstaat tot belangrijke conclusies leidt of een aanzienlijke meerwaarde voor het risicobeheer vormt, en wanneer de dreiging elders in de EU een hoog risico kan vormen. Deze informatieverstrekking moet elke 6 maanden door DLTC dossier liquide middelen plaatsvinden.
Er wordt aangegeven of de informatie betrekking heeft op:
- begeleide of onbegeleide LM.
- een nieuwe trend of een terugkerend patroon betreft. Een nieuwe trend betekent een recent waargenomen verandering of een algemene tendens betreffende het fysieke vervoer van LM. Een terugkerend patroon betekent een zich herhalend terugkerend patroon of zich herhalende reeks.
- (de) gerapporteerde geval(len) naar voren kwam(en) uit een risico gebaseerde controle of een aselecte controle.
- een risico georiënteerd project op het gebied van LM controle heeft uitgevoerd. Beschrijf het project. Vermeld informatie over de bijzonderheden van het geval, de conclusies en eventuele opmerkingen (bv. over de periode, de middelen (bv. speurhonden, scans), de omvang van de controles, enz.). Vermeld informatie over een voorbeeld indien u dat nodig vindt.
19.6 Informatieverstrekking derde landen
In bewerking.
19.7 Informatiedeling binnen koninkrijk
De Rijkswet Administratieve Bijstand Douane regelt de administratieve bijstand tussen de landen van het Koninkrijk op het gebied van douane en inzake de heffing en de invordering van invoerrechten, accijnzen, omzetbelasting, algemene bestedingsbelasting en belasting op bedrijfsomzetten. Deze landen zijn: Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland.
Wat betreft Nederland is dat inclusief de BES-eilanden (Bonaire, Saba, Sint Eustatius, ook wel aangeduid met Caribisch Nederland). Bij uitvoeringsregelingen zijn onder andere de in genoemde landen bevoegde instanties aangewezen. Zie bijvoorbeeld de Uitvoeringsregeling Rijkswet administratieve bijstand douane.
Informatiedeling verloopt via DIC.
19.8 Informatieverstrekking aan EU commissie
19.8.1 Bevindingen die financiële Unie belangen raken
Aan de EU commissie worden gevallen gemeld wanneer er aanwijzingen zijn dat de LM verband houden met criminele activiteiten die de financiële belangen van de Unie kunnen schaden. Dit zijn gevallen waarin op het registratieformulier rubriek 6 is aangevinkt.
De relevante informatie wordt dan doorgegeven aan (Artikel 10 lid 2):
- de Commissie,
- het Europees Openbaar Ministerie en aan
- Europol
Deze verplichte informatieverstrekking ziet alleen op de verordening omdat het Het MR namelijk nationale wetgeving is.
19.8.2 Rapportage over gebruik risicobeheerkader
De verordening bepaalt dat de LM controles voornamelijk worden gebaseerd op risicoanalyse binnen een gemeenschappelijk risicobeheerkader (Artikel 5 lid 4). Voor dit gemeenschappelijk risicobeheerkader (Common Cash Movements Risk Criteria and Standards) zijn criteria voor het gemeenschappelijk risicobeheerkader opgesteld (risicocriteria en -normen, en prioritaire controlegebieden). Deze rapportageverplichting moet elke twee jaar plaatsvinden over de afgelopen 2 jaar. Meer informatie vindt u in het onderdeel “Risicobeheersing”.
19.8.3 Rapportage over deling met derde landen
De verordening kent een aantal situaties voor de informatiedeling met derde landen (Artikel 11). Informatie-uitwisseling met derde landen is toegestaan in het kader van de wederzijdse administratieve bijstand als de doorgifte in overeenstemming is met het toepasselijke nationale en Unierecht inzake de doorgifte van persoonsgegevens aan derde landen.
De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke doorgifte van informatie (Artikel 11, lid2). De rapportage van de doorgifte van informatie op basis van de verordening wordt uit de applicatie LM gehaald.
19.9 Verstrekken gegevens aan FIU
De Douane verstrekt periodiek en geautomatiseerd de verkregen en vastgelegde gegevens over de toepassing van de verordening en het MR aan de FIU. De FIU onderzoekt de gegevens en beoordeelt of mogelijk sprake is van criminele activiteiten (zoals witwassen) en geeft verdachte transacties door aan de regionale politiediensten of - als sprake is van een fiscaal of financieel-economisch karakter - aan de FIOD. Wanneer een transactie verdacht wordt verklaard, krijgt de Douane/ Loket kennisgevingen daarvan een terugkoppeling. Deze wordt verwerkt in de applicatie LM.
Het verstrekken van de verkregen informatie door de Douane is verplicht:
- Aangifte LM en Kennisgevingsaangifte LM: verordening, artikel 9, lid 1.
- Kennisgevingsaangifte MR: Adw, artikelen 3.4 lid 5 en 3:5 lid 5.
Wettelijke eis 15 werkdagen - beleid is binnen 4 werkdagen
De Douane verstrekt de informatie zo snel mogelijk aan de FIU, in ieder geval uiterlijk binnen 15 werkdagen na de datum waarop de informatie is verkregen. Om hieraan te voldoen is de norm dat de Douane de gegevens op de aangifteformulieren binnen 4 werkdagen in de applicatie LM verwerkt (aanvult). Vanuit deze applicatie worden de gegevens geautomatiseerd en digitaal naar de FIU verzonden.
“Cross Border Dissemination” door FIU’s
De FIU van een lidstaat behoort informatie met de betrokken FIU van de overige lidstaten uit te wisselen. De lidstaten zorgen ervoor dat de FIU's, uit eigen beweging of op verzoek, alle informatie uitwisselen die relevant kan zijn voor de verwerking of de analyse, door de FIU van informatie in verband met witwassen of terrorismefinanciering en de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, zelfs indien op het tijdstip van de uitwisseling nog niet is vastgesteld welk type basisdelict daarbij is betrokken. Wanneer een FIU een melding ontvangt die betrekking heeft op een andere lidstaat, zendt zij deze onverwijld door aan de FIU van die lidstaat. Dat betekent voor de FIU NL dat de informatie die ontvangen wordt van de Douane wordt getoetst op relevantie voor de FIU van andere lidstaten. Zo kan aangifte-informatie over een aangifte van bijvoorbeeld een Duitse ingezetene door de FIU NL gedeeld worden met de Duitse FIU. De aangiften die door NL ingezetenen zijn gedaan in een andere lidstaat, kunnen dus ook bij de FIU NL terechtkomen en beschikbaar komen voor analyse.
19.10 Informatieverstrekking bij opsporing
Als andere opsporingsinstanties zoals de politie belangstelling hebben voor een natuurlijke persoon die mogelijk liquide middelen vervoert, dan kunnen zij contact opnemen met de Douane . Soms nemen andere opsporingsinstanties in spoedeisende gevallen rechtstreeks contact op met een douanekantoor. De douanemedewerker zorgt er dan voor dat de opsporingsinstantie in contact wordt gebracht met de BFC-er. Als het OM of een opsporingsinstantie informatie nodig heeft, dan verlopen de contacten altijd via de BFC-er.
DLTC kan nagaan of de betreffende zending/reiziger al is geselecteerd voor nader onderzoek door de Douane of dat deze selectie alsnog moet plaatsvinden. Als een redelijk vermoeden bestaat dat een zending LM bevat, neemt Handhavingsregie contact op met de BFC-er. De BFC-er geeft instructies over het vervolg en de behandeling van de zending/reiziger.
Handhavingsregie kan nagaan of de betreffende zending/reiziger al is geselecteerd voor nader onderzoek door de Douane of dat deze selectie alsnog moet plaatsvinden. Als er een redelijk vermoeden bestaat dat een zending liquide middelen bevat, neemt Handhavingsregie contact op met de BFC-er. De BFC-er geeft instructies over het vervolg en de behandeling van de zending/reiziger.