Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

3 Bevoegdheden

De bevoegdheden die de Douane heeft, worden onderscheiden in:

3.1 Controlebevoegdheden Adw

De bepalingen van de Adw zijn van toepassing op het toezicht en de controle van de Douane op goederen en het goederenverkeer. De Adw betreft niet alleen de heffing van rechten bij invoer, maar óók het toezicht en de controle bij VGEM-taken. Het gaat hierbij om verboden of beperkingen die betrekking hebben op veiligheid, gezondheid, economie en milieu.

De Adw heeft betrekking op verboden en beperkingen die van toepassing zijn op goederen die zich onder douanetoezicht bevinden, op goederen die zich nog niet, niet of niet meer onder douanetoezicht bevinden (Adw, artikel 1:1, lid 5). U bent op grond van de Adw dus altijd bevoegd goederen te controleren.

Het zwaartepunt van de taak van de Douane ligt echter op goederen die de buitengrens van de EU overschrijden. De wijze waarop de Douane deze taak en de bijbehorende bevoegdheid invult is vastgelegd in een kaderovereenkomst en bijlagen en de VGEM-voorschriften. De uitwerking van hierin opgenomen afspraken, voor wat betreft Sanctiemaatregelen, vindt u in dit voorschrift. U gebruikt uw bevoegdheden uitsluitend wanneer de Douane een taak heeft.

De Adw geeft één set controlebevoegdheden die u altijd gebruikt, ongeacht de VGEM-controletaak die u uitvoert. U kunt geen andere bevoegdheden gebruiken dan de bevoegdheden die in de Adw zijn toegekend. De VGEM-wetgeving moet dan wel onder onderdeel A of B van de bijlage van de Adw vallen.

Handhaving verboden of beperkingen Sanctiewet 1977

De Douane handhaaft verboden en beperkingen die staan in de bijlagen A en B van de Adw. Deze verboden of beperkingen kunnen gelden als:

  • goederen worden binnengebracht;
  • goederen de EU verlaten;
  • goederen een douanebestemming krijgen.

In bijlage A vindt u artikelen van het EG-Verdrag die de basis vormen voor verboden en beperkingen in communautaire of nationale wetgeving. In onderdeel B staat onder andere de Sanctiewet 1977. U mag dus uw bevoegdheden gebruiken voor toezicht en controle van deze wet.

U mag deze bevoegdheden alleen gebruiken als de Douane een taak heeft. Controlebevoegdheden zijn onder andere:

  • het nemen van monsters (Adw, artikel 1:24);
  • het betreden en doorzoeken van gebouwen (Adw, artikelen 1:23 en 1:26);
  • het stilhouden van vervoermiddelen (Adw, artikel 1:27);
  • lijfsvisitatie (Adw, artikel 1:28);
  • gebruik van geweld (Adw, artikel 1:30).

Meer informatie over het gebruik van uw controlebevoegdheden vindt u in het Handboek Douane, onderdeel 5.00.00.

3.2 Opsporingsbevoegdheden

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2022

De opsporingsbevoegdheden voor de Douane vindt u in het hierboven genoemde Besluit. In artikel 2 bent u als douaneambtenaar aangewezen voor de opsporing van alle strafbare feiten. Deze bevoegdheid is beleidsmatig ingeperkt. U gebruikt alleen opsporingsbevoegdheden bij opsporingstaken van de Douane.

Wilt u opsporingsbevoegdheden toepassen ten aanzien van de sanctiemaatregelen, overleg dan eerst met de vraagbaak Wwm/Strategische goederen/Sancties. Via de vraagbaak wordt contact gelegd met de CDIU. De CDIU neemt in voorkomend geval contact op met Team POSS en/of de FIOD.

Bij een vermoedelijke onregelmatigheid handelt u volgens de instructies zoals is omschreven in Hoofdstuk 10.

Bevoegdheden Wet op de economische delicten (Wed)

Wordt de Sanctiewet overtreden of een ministeriële regeling die daarop is gebaseerd? Dan is dit een economisch delict (Wed, artikel 1, onder 1°). U bent als douaneambtenaar bevoegd voor de opsporing van economische delicten (Wed, artikel 17, lid 1 sub 3).

Let op!  Let op!

Toezicht is een taak van de Douane. Opsporing is een taak van de FIOD.

De CDIU meldt mogelijke onregelmatigheden aan Team POSS en/of de FIOD. Team POSS (toezicht) en de FIOD (opsporing) zijn belast met het afhandelen van overtredingen van de Sanctiewet. Team POSS of de FIOD geeft aan hoe onregelmatigheden worden afgehandeld, waarbij Team POSS de onregelmatigheden zelfstandig kan afhandelen waarbij geen opsporingsbevoegdheden (anders dan inbeslagname) nodig zijn, en de FIOD de onregelmatigheden, waarbij een nader opsporingsonderzoek vereist is, afhandeld. Team POSS kan de FIOD verzoeken een opsporingsonderzoek uit te voeren. Bij een vermoedelijke onregelmatigheid handelt u volgens de instructies zoals is omschreven in Hoofdstuk 10.”