3 Bevoegdheidsbepalingen
3.1 Controlebevoegdheden Algemene douanewet (Hierna: Adw)
De bepalingen van de Adw zijn van toepassing op het toezicht en de controle van de Douane op goederen en het goederenverkeer. De Adw betreft niet alleen de heffing van rechten bij invoer, maar óók het toezicht en de controle bij VGEM-taken. Het gaat hierbij om verboden of beperkingen die betrekking hebben op veiligheid, gezondheid, economie en milieu.
De Adw heeft betrekking op verboden en beperkingen die van toepassing zijn op goederen die zich onder douanetoezicht bevinden, maar ook op goederen die zich nog niet, niet of niet meer onder douanetoezicht bevinden (Adw, art. 1:1, lid 5). De Adw geeft één set controlebevoegdheden die u altijd gebruikt, ongeacht de VGEM-controletaak die u uitvoert. U kunt geen andere bevoegdheden gebruiken dan de bevoegdheden die in de Adw zijn toegekend. De VGEM-wetgeving moet wel onder onderdeel A of B van de bijlage van de Adw vallen. U bent dan op grond van de Adw bevoegd goederen daarop te controleren.
Onderdeel A van de bijlage van de Adw inzake de verordeningen van de Unie zijn alleen de artikelen van het EU-Verdrag opgenomen die de basis vormen voor verboden en beperkingen in wetgeving van de Unie. De Ozonverordening is met name gebaseerd op artikel 192 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en dit artikel is genoemd in de bijlage A van de Adw.
Onderdeel B van de bijlage van de Adw ziet op nationale wetgeving en noemt de Wm. U mag dus de bevoegdheden uit de Adw gebruiken voor het toezicht hierop omdat de Douane daarin een taak heeft.
Beleidsmatige inperking controlebevoegdheid
Het zwaartepunt van de taak van de Douane ligt op goederen die de buitengrens van de Unie overschrijden. De wijze waarop de Douane invulling geeft aan deze taak en de bijbehorende bevoegdheid is vastgelegd in convenanten, bijlagen en de VGEM-voorschriften. U gebruikt uw bevoegdheden uitsluitend wanneer de Douane een taak heeft. (Adw, art. 1:21)
Meer informatie over het gebruik van uw controlebevoegdheden vindt u in het Handboek Douane, 5.00.00 Overige algemene bepalingen.
3.2 Opsporingsbevoegdheden
3.2.1 Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane
Voor de Douane zijn de opsporingsbevoegdheden geregeld in het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2022(verder BOA-besluit). Op grond van artikel 2 BOA-besluit bent u als douaneambtenaar aangewezen voor de opsporing van alle strafbare feiten.
3.2.2 Opsporingsbevoegdheid Wed
Als douaneambtenaar bent u aangewezen als opsporingsambtenaar van alle economische delicten (Wed, art. 17 lid 1 onder 3). U mag daarom ook gebruik maken van de opsporingsbevoegdheden uit de Wed.
De Wm geeft in artikel 9.2.2.1 de grondslag om bij algemene maatregel van bestuur regels te stellen indien een redelijk vermoeden is gerezen dat door handelingen met stoffen, mengsels of genetisch gemodificeerde organismen ongewenste effecten voor de gezondheid van de mens of voor het milieu zullen ontstaan.
Artikel 9.2.2.1 Wm is opgenomen onder artikel 1a onder 10 Wed als een economisch delict.
Het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen is gebaseerd op artikel 9.2.2.1 Wm welke onder artikel 1a onder 10 Wed als economisch delict is aangemerkt en strafbaar gesteld in de Wed.
Let op!
Het Bgbo verwijst naar de bepalingen van verordening 1005/2009 (de voorafgaande Ozonverordening). Art 31 van de Ozonverordening stelt dat verwijzingen naar de ingetrokken verordening 1005/2009 gelden als verwijzingen naar deze verordening (Vo.2024/590) en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage VIII. De verboden uit artikel 8 Bgbo kunnen dan ook gelezen worden in het licht van de huidige verordening 2024/590. Op termijn zal dit worden aangepast in een nieuw besluit.
3.2.3 Beleidsmatige inperking opsporingsbevoegdheid
De opsporingsbevoegdheid is beleidsmatig ingeperkt. Dat betekent dat u alleen van de opsporingsbevoegdheden gebruik mag maken als opsporingstaken aan de Douane zijn opgedragen. In het Handboek douane staan richtlijnen voor het inzetten van de opsporingsbevoegdheden. De Wm is opgenomen in de lijst van opgedragen opsporingstaken onder de Wed (zie Handboek Douane 36.00.00 H1.18) en dus mag u uw opsporingsbevoegdheden gebruiken. U maakt van deze bevoegdheid alleen gebruik in samenhang met uw normale douanewerkzaamheden. U heeft dus géén opsporingstaak bij goederen die zich in het vrije verkeer bevinden.