Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

2 Begripsbepaling en wetgeving

2.1 Begripsbepaling

BegripOmschrijving
AdwAlgemene douanewet
Besluit BOABesluit buitengewoon opsporingsambtenaar Belastingdienst/Douane 2022
Bgbo
Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen.
CERTEX
Het elektronisch douane-éénloketsysteem van de Europese Unie voor de uitwisseling van certificaten (European Union Customs Single Window Certificates Exchange System, ook genoemd EU-CSW-CERTEX) vanuit het nationale éénlokeromgeving voor de douane. (Verordening (EU) 2022/2399 tot instelling van de éénloketomgeving van de Europese Unie voor de douane.
DMS
Douane Aangifte Management Systeem
DWU
Verordening 952/2013 tot vaststelling van het Douanewetboek van de Unie
EORI-nummer
Registratie- en identificatienummer van marktdeelnemer (Economic Operators Registration and Identification number)
Gebruik
Met betrekking tot ozonafbrekende stoffen, het gebruikmaken van die stoffen bij de productie, het onderhoud of de service, met inbegrip van de navulling, van producten en apparatuur, of b) andere in deze verordening bedoelde activiteiten en processen. Ozonverordening, art 3 onder 6.
Grondstof
Een ozonafbrekende stof die van chemische samenstelling verandert tijdens een proces waarbij de oorspronkelijke samenstelling ervan volledig wordt omgezet, en waarvan de emissies onbeduidend zijn (art 3 onder 1 Verordening (EU) 2024/590)
GWP
Aardopwarmingsvermogen (Global warming potential)
Houder
Een recipiënt (een kolf of vat voor gas of vloeistof) die in de eerste plaats is ontworpen voor het vervoer of de opslag van ozonafbrekende stoffen. Ozonverordening, art 3 onder 12.
ILT
Inspectie Leefomgeving en Transport
In de handel brengen
De vrijgave door de douane voor vrij verkeer in de Unie of het voor het eerst in de Unie, al dan niet tegen betaling, leveren of beschikbaar stellen aan een andere persoon, of het gebruik van geproduceerde stoffen of van vervaardigde producten of apparatuur, voor eigen gebruik. Ozonverordening, art 3 onder 5.
Invoer
Het binnenbrengen van stoffen, producten en apparatuur in het douanegebied van de Unie, voor zover het gebied onder het geratificeerde Protocol van Montreal van 1987 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (het “protocol”) valt, met inbegrip van de tijdelijke opslag en de douaneprocedures zoals bedoeld in de artikelen 201 en 210 van Verordening 952/2013. Ozonverordening, art 3 onder 3.
Kigali-akkoord
Een bindend (VN) akkoord over de geleidelijke stopzetting van het gebruik van fluorkoolwaterstoffen (HFK's), in onder meer koelinstallaties zoals airconditioning. Dit akkoord is een wijziging van het Montrealprotocol.
Kritische toepassing van Halonen
De toepassing van halonen waarin in artikel 9 van de Ozonverordening wordt verwezen naar de bijlage V Ozonverordening.
Montrealprotocol
Montreal Protocol on Substances that Deplete the Ozone Layer, is een internationaal (VN)verdrag dat opgesteld is om de ozonlaag te beschermen.
Nationale éénloketomgeving voor de douane
Een reeks elektronische diensten die door een lidstaat worden opgezet om ervoor te zorgen dat informatie tussen de elektronische systemen van zijn douaneautoriteit, de geassocieerde bevoegde autoriteiten en marktdeelnemers kan worden uitgewisseld. Verordening 2022/2399, art 2 onder 9.
OAS
Ozonlaagafbrekende stoffen (Engels: ODS, Ozone Depleting Substances)
ODP
Ozonafbrekend vermogen (Ozone-depleting potential)
Onderneming
Elke natuurlijke of rechtspersoon die een in de Ozonverordening bedoelde activiteit uitoefent. Ozonverordening, art 3 onder 11.
Ozon
Enkelvoudige stof van het element zuurstof, met als brutoformule O3
Ozon(laag)afbrekende stoffen
De in de bijlagen I en II van de Ozonverordening opgenomen ozonafbrekende stoffen en de isomeren ervan, afzonderlijk of vervat in mengsels,
Ozonverordening
Verordening 2024/590 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken.
Producten en apparatuur
Alle producten en apparatuur, alsook onderdelen daarvan, met uitzondering van houders, die worden gebruikt voor het vervoer of de opslag van ozonafbrekende stoffen. Ozonverordening, art 3 onder 13.
Recycling
Het hergebruik van een teruggewonnen ozonafbrekende stof na een eenvoudig reinigingsproces, waaronder filteren en drogen. Ozonverordening, art 3 onder 9.
Regeneratie
De opwerking van een teruggewonnen ozonafbrekende stof zodat die stof, gelet op het beoogde gebruik, aan een vergelijkbare prestatienorm voldoet als een nieuw geproduceerde stof, in regeneratie-installaties met een vergunning die over de passende apparatuur en procedures beschikken om de regeneratie van dergelijke stoffen mogelijk te maken en die het vereiste kwaliteitsniveau kunnen beoordelen en attesteren. Ozonverordening, art 3 onder 10.
Technische hulpstoffen
Alle ozonafbrekende stoffen die als chemische hulpstoffen worden gebruikt bij de in bijlage III genoemde toepassingen. Ozonverordening, art 3 onder 2.
Terugwinning
Het verzamelen en opslaan van ozonafbrekende stoffen uit houders, producten en apparatuur tijdens het onderhoud of de service of voorafgaand aan de verwijdering van de houders, producten of apparatuur. Ozonverordening, art 3 onder 8.
Tijdelijke opslag
Goederen waarvoor een aangifte tijdelijke opslag (ATO of in Engels TSD, Temporary Storage Declaration) is gedaan en zich bevinden in een Ruimte voor tijdelijke opslag.
Uitvoer
Het uitgaan van stoffen, producten en apparatuur uit het douanegebied van de Unie, voor zover het gebied onder het geratificeerde protocol valt. Ozonverordening, art 3 onder 4.
Vergunningensysteem
Het OAS-2-vergunningensysteem. Elektronisch vergunningensysteem voor ozonafbrekende stoffen die zijn opgenomen in bijlage I van de Ozonverordening en voor producten en apparatuur die dergelijke stoffen bevatten of nodig hebben voor hun werking. Dit systeem is sinds maart 2025 in Nederland gekoppeld via CERTEX aan DMS.
Vernietiging
Het proces waarbij een ozonafbrekende stof permanent en zo volledig mogelijk wordt omgezet of ontleed in één of meer stabiele stoffen die geen ozonafbrekende stoffen zijn. Ozonverordening, art 3 onder 16.
Vestiging binnen de Unie
Met betrekking tot een natuurlijke persoon, dat die persoon zijn of haar gewone verblijfplaats in de Unie heeft, en met betrekking tot een rechtspersoon, dat die in de Unie een vaste inrichting heeft zoals bedoeld in artikel 5, punt 32), van Verordening nr. 952/2013. Ozonverordening, art 3 onder 17.
Wed
Wet op de economische delicten
Wm
Wet milieubeheer

2.2 Wetgeving

2.2.1 International verdragen

Protocol van Montreal en Kigali akkoord

Het Montréal Protocol is een internationaal verdrag dat in 1987 werd aangenomen en door bijna alle landen ter wereld ondertekend is om de uitstoot van stoffen die de ozonlaag aantasten te verminderen. Het doel is de ozonlaag te beschermen, omdat deze een belangrijke rol speelt in het filteren van schadelijke ultraviolet (UV) straling van de zon. Overmatige blootstelling aan UV-straling kan leiden tot gezondheidsproblemen zoals huidkanker, oogziekten en negatieve effecten op het milieu.

Het protocol richt zich voornamelijk op de afschaffing van de productie en het gebruik van ozonafbrekende stoffen, zoals chloorfluorkoolwaterstoffen (CFK's), halonen, hydrochloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK's) en andere vergelijkbare chemicaliën. Deze stoffen werden vroeger veel gebruikt in bijvoorbeeld koelkasten, airconditioners, spuitbussen en brandblussers.

Het protocol heeft een geleidelijke aanpak voor het uitfaseren van ozonafbrekende stoffen, waarbij rijke landen sneller moesten stoppen met het gebruik van deze stoffen, terwijl armere landen meer tijd krijgen om te stoppen met het gebruik.

Het Montréal Protocol heeft geleid tot een aanzienlijke afname van de schadelijke stoffen in de atmosfeer en heeft bijgedragen aan het herstel van de ozonlaag, die na decennia van schade begint te herstellen.

Kigali akkoord (2016 effectief 2019)

De vervangers van de OAS waren vaak weer sterke broeikasgassen. Deze stoffen zijn nu ook toegevoegd aan het Montreal protocol door het Kigali akkoord als stoffen die een groot broeikaseffect hebben en dus ook moeten worden afgebouwd. Het Kigali akkoord heeft verder het afbouwschema voor het verminderen van het gebruik van de stoffen van de landen (verdeeld in groepen naar ontwikkeling) aangepast naar de huidige omstandigheden van ontwikkeling.

2.2.2 Unie wetgeving

Verordening 2024/590, de Ozonverordening

De Ozonverordening heeft als doel het beschermen van de ozonlaag door het verbieden van het gebruik, en het reguleren (in bijzondere gevallen) van stoffen die schadelijk zijn voor de ozonlaag.

Deze verordening zorgt ervoor dat de Unie haar verplichtingen onder het Protocol van Montreal nakomt.

Onder de voorgaande Unie wetgeving is de productie en het in de handel brengen van OAS voor vrijwel alle toepassingen al uit gefaseerd. Belangrijk punt in deze Ozonverordening is dat er nu een verbod is ingesteld op de OAS daar waar het eerder een afname (regulering) in gebruik betrof voor de belangrijkste toepassingen.

De Ozonverordening geeft, zelfs na de uitfasering van OAS, onder bepaalde voorwaarden vrijstellingen toe voor toepassingen wanneer er nog geen alternatieven voorhanden zijn.

Het gebruik van niet-navulbare houders is verboden omdat de resten die daarin blijven zitten vaak toch in de atmosfeer terecht komen.

Samengevat: de Ozonverordening heeft tot doel de bescherming van de ozonlaag te versterken door strengere regels voor stoffen die de ozonlaag afbreken en zorgt voor een overgang van de oudere regelgeving naar de nieuwe eisen en technologieën die in lijn zijn met de mondiale klimaatinspanningen.

2.2.3 Nationale wetgeving

Wet milieubeheer (Hierna: Wm)

In de Wm is bepaald dat bij algemene maatregelen van bestuur regels worden gesteld met betrekking tot onder andere het vervaardigen, in Nederland invoeren, toepassen, vervoeren, uitvoeren en zich ontdoen van OAS (Wm, art 9.2.2.1). Dat is uitgewerkt in het Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen.

Besluit gefluoreerde broeikasgassen en ozonlaagafbrekende stoffen (hierna: Bgbo)

In het Bgbo wordt verwezen naar bepalingen en procedures uit de verordening. Het verbiedt nationaal het overtreden van de bepalingen uit de Ozonverordening.

Wet op de economische delicten (hierna: Wed)

In de Wet op de economische delicten is artikel 9.2.2.1 uit de Wm opgenomen als een economisch delict. Daarmee vallen de bepalingen uit het Bgbo ook onder de Wed