Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

6 Heffing van verbruiksbelasting op inbeslaggenomen goederen

6.1 Verschuldigdheid verbruiksbelasting / inbeslagname alcoholvrije dranken

Als alcoholvrije dranken in Nederland voorhanden zijn zonder dat zij overeenkomstig de bepalingen van de WVAD in de heffing zijn betrokken, leidt dit tot het belastbare feit uitslag (artikel 4, eerste lid, WVAD).
Als belastingplichtige wordt niet alleen degene aangemerkt die de goederen voorhanden heeft, maar kunnen ook diegenen die bij het voorhanden hebben betrokken zijn als belastingplichtige worden aangemerkt (artikel 17, WVAD).

Het is niet toegestaan alcoholvrije dranken voorhanden te hebben die niet overeenkomstig de bepalingen van de WVAD in de heffing zijn betrokken (artikel 39, eerste lid, onderdeel b, WVAD).

De ambtenaren belast met het opsporen van bij de belastingwet strafbaar gestelde feiten, zijn bevoegd om voorwerpen op strafrechtelijke gronden in beslag te nemen.

Als alcoholvrije dranken in Nederland voorhanden zijn zonder dat zij overeenkomstig de bepalingen van de WVAD in de heffing zijn betrokken, leidt dit tot het belastbare feit uitslag. Afhankelijk van de situatie kan sprake zijn van het belastbare feit, bedoeld in artikel 4, eerste lid, WVAD (onregelmatig voorhanden hebben), of artikel 5, WVAD (onregelmatige invoer).

Afhankelijk van de situatie wordt als belastingplichtige aangemerkt:

  • de persoon die de alcoholvrije dranken voorhanden heeft en/of daarbij betrokken is (artikel 17, WVAD);
  • ingeval van onregelmatige invoer: degene die de invoer verricht heeft.

Niet doen van de aangifte

De verbruiksbelasting wordt verschuldigd op het tijdstip van de aanvang van het voorhanden hebben van de alcoholvrije dranken in Nederland (artikel 19, WVAD).

Hiervan moet op grond van de artikel 21 eerste lid WVAD, uiterlijk op de dag na aanvang van het voorhanden hebben aangifte worden gedaan en de verbruiksbelasting op aangifte worden voldaan, tenzij gebruik gemaakt wordt van de mogelijkheid voor het doen van een weekaangifte (artikel 21, tweede lid, WVAD).

Wordt de verbruiksbelasting niet of niet op tijd betaald dan kan deze op grond van artikel 20, AWR, worden nageheven. Op grond van de artikel 67a e.v. AWR, is het mogelijk om een bestuurlijke boete op te leggen of kan worden overgegaan tot het aanbieden van een transactie. In verband daarmee moet voordat een heffing wordt opgelegd contact worden opgenomen met de boete-fraudecoördinator van de regio.

Indien er sprake is van onregelmatige invoer vindt de heffing plaats op grond van artikel 26, WVAD volgens de procedures van het DWU.

Inbeslagname

Indien artikel 41, WVAD van toepassing is, kunnen de ambtenaren belast met het opsporen van bij de belastingwet strafbaar gestelde feiten voorwerpen op strafrechtelijke gronden in beslag te nemen.

6.2 De bestemming van de inbeslaggenomen alcoholvrije dranken

De bestemming van de inbeslaggenomen alcoholvrije dranken is afhankelijk van het besluit van de boete-fraudecoördinator, de officier van justitie of de rechter. De alcoholvrije dranken worden bijvoorbeeld niet teruggegeven in gevallen waarin de rechter de goederen verbeurd heeft verklaard of laat onttrekken aan het verkeer. Belastingheffing en strafrecht staan geheel los van elkaar.

De heffing van verbruiksbelasting op inbeslaggenomen alcoholvrije dranken is echter niet afhankelijk van de bestemming die deze alcoholvrije dranken na de inbeslagneming krijgen.

6.2.1 Teruggave van inbeslaggenomen alcoholvrije dranken

Als de bevoegde autoriteiten besluiten tot teruggave van eerder in beslaggenomen alcoholvrije dranken, kan dat slechts plaatsvinden na betaling van de verbruiksbelasting en de eventuele bestuurlijke boete.

6.2.2 Geen teruggave van inbeslaggenomen alcoholvrije dranken

Er wordt geen teruggaaf van betaalde verbruiksbelasting verleend als de bevoegde autoriteit besluit dat de alcoholvrije danken niet zullen worden teruggegeven (bijvoorbeeld omdat de goederen verbeurd worden verklaard of worden onttrokken aan het verkeer). Het belastbare feit heeft zich al voorgedaan en de verbruiksbelasting is dus verschuldigd zodat de naheffingsaanslag in stand moet blijven.