1 De vereenvoudigde aangifte
1.1 Algemeen
Een douaneaangifte moet alle gegevens bevatte die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen die gelden voor de douaneregeling waarvoor de goederen worden aangegeven. Alle bewijsstukken die nodig zijn voor de toepassing van de bepalingen die gelden voor de douaneregeling waarvoor de goederen worden aangegeven, moeten in bezit van de aangever zijn op het moment dat de aangifte wordt ingediend. Op verzoek van de Douane moeten deze worden overgelegd.
Toch is het ook mogelijk om aangifte te doen als nog niet alle gegevens bekend zijn, of bepaalde bewijsstukken nog niet in bezit van de aangever zijn op het moment dat een aangifte tot plaatsing onder een douaneregeling wordt gedaan. Een aangifte waar gegevens ontbreken of waarbij de aangever niet over alle bewijsstukken beschikt wordt een vereenvoudigde aangifte genoemd.
De vereenvoudigde aangifte maakt mogelijk dat een belanghebbende toch over de goederen kan beschikken als hij nog niet over alle gegevens of bewijsmiddelen beschikt. Om de ontbrekende gegevens alsnog te overleggen en om de Douane in kennis te stellen van het beschikbaar hebben van de bewijsstukken, moet in beginsel een aanvullende aangifte gedaan worden. Zie paragraaf 1.7 en 1.8 van dit onderdeel.
Ook een combinatie van een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en bewijsstukken is mogelijk. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het feit dat een aangever nog niet in bezit is van een factuur, waardoor hij ook nog geen informatie heeft over de (douane) waarde van de goederen.
Een vereenvoudigde aangifte kan door de Douane worden aanvaard, mits de goederen zijn aangebracht bij de Douane en uiteraard de wettelijke regels voor het doen van een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en/ of bewijsstukken worden nagekomen.
(artikel 172, lid 1 DWU)
Voorbeelden van het kunnen doen van een vereenvoudigde aangifte zijn:
- Een vereenvoudigde aangifte voor het in het vrije verkeer brengen met een beroep op tariefpreferentie of een verlaagd tarief, waarbij het preferentiële certificaat (bijvoorbeeld een Attest van Oorsprong of EUR-certificaat) nog niet voorhanden is.
- Een vereenvoudigde aangifte voor het in het vrije verkeer brengen waarbij informatie over de douanewaarde van de goederen nog niet beschikbaar is.
- Een vereenvoudigde aangifte voor een bepaalde douaneregeling, waarbij de factuur nog niet ter beschikking staat van de aangever.
(artikel 166, lid 1 DWU)
Het doen van een vereenvoudigde aangifte is mogelijk bij aangiften voor de volgende douaneregelingen:
- in het vrije verkeer brengen
- douane- entrepot
- tijdelijke invoer
- bijzondere bestemming
- actieve veredeling
- passieve veredeling en
- uitvoer en wederuitvoer
(artikel 5, punt 16 en artikel 210 DWU)
Voor de douaneregeling douanevervoer kan geen vereenvoudigde aangifte worden gedaan.
Let op!
Wordt voor de bijzondere regelingen tijdelijke invoer, bijzondere bestemmingen, actieve veredeling en passieve veredeling de verplichte vergunning tot plaatsing onder deze regelingen door het indienen van de aangifte aangevraagd (de zogenaamde vergunning op aangifte), dan mag deze aangifte niet vereenvoudigd worden gedaan. De Douane zou dan namelijk gegevens en/of bewijsstukken missen die zij nodig heeft om de beslissing te kunnen nemen of de vergunning wel of niet verleend kan worden. Vergunningen voor deze regelingen kunnen dus alleen worden aangevraagd op aangiften, als de aangifte wordt gedaan in de normale procedure. In de aangifte mogen geen gegevens ontbreken en alle vereiste bewijsstukken moeten in bezit zijn van de aangever
(artikel 163, lid 1 en lid 2, letter a GVo.DWU )
1.2 De vergunning
Een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en/of voor bewijsstukken kan zonder voorafgaande toestemming van de Douane worden gedaan.
Ook bij regelmatig gebruik van de mogelijkheid om vereenvoudigde aangifte te doen, is in Nederland geen toestemming of vergunning van de Douane nodig. Omdat in Nederland het aangiftesysteem van de Douane bewaakt dat voor iedere vereenvoudigde aangifte een aanvullende aangifte wordt gedaan, is het niet noodzakelijk om eisen aan de administratie van de aangever te stellen.
1.3 Geen vereenvoudigde aangifte mogelijk
Er zijn gegevens en bewijsstukken die niet mogen ontbreken op het moment van indienen van de aangifte.
Op basis van de gegevens in de aangifte en de bewijsstukken die deze aangifte onderbouwen, moet de Douane kunnen beoordelen of de goederen kunnen worden vrijgegeven voor de gevraagde douaneregeling. Om dit te beoordelen is bepaalde informatie essentieel. Het gaat hierbij om gegevens en/of bewijsstukken voor zowel de uitoefening van de fiscale- als de VGEM-taak van de Douane.
Zo moeten bijvoorbeeld de volgende gegevens altijd verplicht in een aangifte opgenomen worden:
- voor welke douaneregeling de goederen worden aangegeven
- wie de aangever is
- of sprake is van een aangifte op eigen naam en voor eigen rekening of sprake is van vertegenwoordiging
- wie de zekerheid stelt
- de omschrijving van de goederen in voldoende duidelijke termen, zodat deze geïdentificeerd en onmiddellijk en met zekerheid kunnen worden ingedeeld in het gebruikstarief
Voor iedere soort aangifte blijkt uit de datasets voor welke gegevens de aangifte vereenvoudigd gedaan mag worden. In bepaalde gevallen is het wel nodig om een geschat gegeven op te geven als de definitieve gegevens nog niet bekend zijn. Met name als het gaat om de waarde of om het nettogewicht van de goederen moeten bij het ontbreken ervan geschatte waarden worden opgegeven. Dit om de aangifte op een juiste manier te kunnen verwerken in het aangiftesysteem. Het is daarbij belangrijk dat de aangever een nauwkeurige schatting maakt die zo dicht mogelijk bij de werkelijkheid komt.
Voor de bewijsstukken geldt dat een aangifte nooit vereenvoudigd kan worden gedaan, als het gaat om zogenaamde “wegvoering verhinderende bewijsstukken”. Dit zijn altijd bescheiden die in het kader van een verbod of beperking moeten worden overgelegd. Als dergelijke bescheiden niet worden overgelegd kunnen de goederen niet worden vrijgegeven en mogen deze niet worden weggevoerd.
Voorbeelden van dergelijke wegvoering verhinderende bewijsstukken zijn invoervergunningen, uitvoervergunningen en stukken die in het kader van bijzondere wetgeving moeten worden overlegd, zoals ontheffingen, consenten, CITES- verklaringen et cetera.
In de volgende paragrafen wordt ingegaan op de gegevens en bewijsstukken waarvoor een aangifte wel vereenvoudigd mag worden ingediend. Ook wordt ingegaan op de formaliteiten die verder van toepassing zijn bij het doen van een vereenvoudigde aangifte voor gegevens en/ of bewijsmiddelen
1.4 De vereenvoudigde aangifte in het systeem DMS
Met toepassing van Bijlage B, hoofdstuk 3, deel 1 van de GVo. DWU kan via:
- kolom I 1 voor de vereenvoudigde aangifte ten invoer of
- kolom C 1 voor de vereenvoudigde aangifte ten uitvoer.
worden bepaald voor welke gegevens een aangifte vereenvoudigd ingediend mag worden.
Let op!
Bij de toepassing van kolom I 1 is sprake van het algemene begrip invoer. Deze vorm van vereenvoudigde aangifte is dus niet alleen van toepassing voor aangiften in het vrije verkeer brengen, maar ook voor aangiften voor de bijzondere regelingen actieve veredeling, tijdelijke invoer, douane- entrepot en bijzondere bestemmingen.
Bij de toepassing van kolom C1 is sprake van het begrip uitvoer. Onder dit begrip worden naast de regeling uitvoer, begrepen de aangiften voor de bijzondere regeling passieve veredeling en aangiften voor wederuitvoer.
Let op!
Uitgangspunt is dat kolom C1 de gegevens bevat uit een van de toegestane B kolommen gerelateerd aan de gevraagde regeling in de vereenvoudigde aangifte. Voor kolom I1 geldt dat deze de gegevens bevat uit een van de toegestane H kolommen gerelateerd aan de gevraagde regeling in de vereenvoudigde aangifte. Een vereenvoudigde aangifte (C1 of I1) wordt gedaan voor een bepaalde gevraagde regeling. Een vereenvoudigde aangifte voor een regeling kan daarom geen gegevens bevatten die niet in de standaard aangifte of in een aanvullende aangifte voor die regeling voorkomen. Het is tenslotte een vereenvoudigde aangifte voor een regeling opgenomen in 1 van de andere kolommen in de categorie B of H.
De vereenvoudigde aangifte en de aanvullende aangifte samen bevatten alle vereiste gegevens van de kolommen B of H. Artikel 167 DWU stelt in dit verband dat de vereenvoudigde aangifte en de aanvullende aangifte een enkele en ondeelbare akte vormen.
Hierna worden enkele voorbeelden genoemd van gegevens of bescheiden die vaak ontbreken waardoor gekozen wordt voor het doen van een vereenvoudigde aangifte.
Voorbeeld douanewaarde
Voor de douanewaarde van de aangegeven goederen mag de aangifte vereenvoudigd worden gedaan. Dit komt bijvoorbeeld voor bij goederen waar pas na het binnenbrengen in het douanegebied van de Unie een douanewaarde wordt vastgesteld. Dit gebeurt vaak bij bloemen die op een veiling worden verhandeld, omdat pas als de bloemen zijn verkocht een transactiewaarde kan worden vastgesteld. De aangifte voor het in het vrije verkeer brengen kan dan vereenvoudigd worden ingediend voor de douanewaarde. Als u deze gegevens niet hebt, vult u een geschat gegeven in anders wordt de vereenvoudigde aangifte niet aanvaard door het Douaneaangiften Management Systeem (DMS).
(artikel 188 DWU en artikel 191, lid 1 DWU)
Voorbeeld gewicht
Bij een aangifte in het vrije verkeer brengen geldt dat het verplicht is om het brutogewicht in te vullen in de aangifte. Dit geldt niet voor het nettogewicht.
(artikel 166, lid 2 DWU en Bijlage B, kolom I1, voetnoot 5 GVo.DWU)
Voor goederen in bulk en voor andere goederen waarvan van tevoren de te laden hoeveelheid niet exact is vast te stellen, kan een vereenvoudigde aangifte ten uitvoer, wederuitvoer en passieve veredeling worden gedaan voor de gegevens bruto- en nettogewicht en voor de eventueel op te geven aanvullende eenheden. Als u deze gegevens niet hebt, vult u een geschat gegeven in anders wordt de vereenvoudigde aangifte niet aanvaard door het Douaneaangiften Management Systeem (DMS).
(bijlage B, kolom C1 GVo.DWU)
Deze vereenvoudigingen mogen ook worden toegepast bij producten die met aanspraak op restitutie in bulk of in niet-gestandaardiseerde eenheden worden uitgevoerd en waarvan het gewicht alleen exact kan worden vastgesteld nadat het vervoermiddel geladen is.
(artikel 5, lid 6 Vo. 612/2009 en paragraaf 3.7.1 Handboek Douane onderdeel 20.01.00)
Als het gaat om bewijsstukken die niet wegvoering verhinderend zijn, kan de aangifte voor deze bewijsstukken vereenvoudigd worden ingediend. Deze bewijsstukken zijn op het moment van aanvaarding van de aangifte van de aangifte niet in bezit van de aangever. Het gaat dan met name om bewijsstukken als:
- een factuur en
- certificaten voor aanspraak op preferenties of een verlaagd tarief, zoals een Attest van Oorsprong of een EUR-certificaat. Dit zijn bewijsstukken die van belang zijn voor het bepalen van de hoogte van het toe te passen douanerecht, maar die de vrijgave van de goederen voor de gevraagde douaneregeling niet in de weg staan.
Het gaat over bewijsstukken die nodig zijn om de gevraagde douaneregeling toe te staan en bewijsstukken die de gegevens in de aangifte ondersteunen en onderbouwen.
Bij het doen van de vereenvoudigde aangifte via DMS moet in de vereenvoudigde aangifte de reden van onvolledigheid worden aangegeven. Dat wordt gedaan met een code in gegevenselement (G.E.) 12 02 000. 000, ‘aanvullende informatie’. Naast de code moet in een aantal gevallen een termijn opgenomen worden in dit gegevenselement. De termijn heeft betrekking op de tijd waarbinnen (na vrijgave van de goederen) een aanvullende aangifte moet worden gedaan. Als die termijn niet wordt vermeldt wordt de vereenvoudigde aangifte niet aanvaard. Hoeft een termijn niet vermeld te worden? Dan geldt een termijn van 10 dagen.
Voor de bewijsstukken die ontbraken op het moment van aanvaarding geldt dat deze binnen een specifieke termijn in bezit moeten zijn van de aangever en ter beschikking moeten staan van de douane.
Ook hier geldt in principe weer de termijn van 10 dagen na de vrijgave van de goederen.
(artikel 147, lid 1 GVo.DWU en artikel 146, lid 1 GVo.DWU)
In specifieke gevallen mag de douane deze termijn verlengen, waarbij de maximale termijn 120 dagen bedraagt na de vrijgave van de goederen.
(artikel 147, lid 2 GVo.DWU)
Wanneer de gegevens die ontbreken betrekking hebben op de douanewaarde, kan een langere termijn dan 120 dagen worden toegestaan.
(artikel 147, lid 3 GVo.DWU)
Door middel van een code zoals vermeld in onderstaande tabel wordt in de aangifte kenbaar gemaakt welke termijn de aangever toe wil passen.
Vermelding in G.E. 12 02 000 000 ‘aanvullende informatie’ | ||
Reden vereenvoudigde aangifte | Code | Termijn |
geen gegevens gewicht/hoeveelheid | NRV01 | niet vermelden (standaard termijn is 10 dagen) |
NRV02 | 11 dagen tot maximaal 120 dagen | |
geen gegevens voor waarde | NRV03 | niet vermelden (standaardtermijn is 10 dagen) |
NRV04 | 11 dagen tot maximaal 730 dagen | |
geen bewijsstukken | NRV05 | niet vermelden (standaardtermijn is 10 dagen |
NRV06 | 11 dagen tot maximaal 730 dagen | |
vereenvoudigde aangifte uitvoer transportgegevens | NRV07 | geen termijn |
Bij meerdere redenen moeten meerdere codes worden aangeven. In dat geval geldt de kortste termijn.
1.5 Verificatie en vrijgave goederen bij doen van vereenvoudigde aangifte
Wordt de vereenvoudigde aangifte aanvaard, dan kan de Douane overgaan tot een verificatie van de aangifte.
Bij deze verificatie wordt dan gebruik gemaakt van die gegevens in de aangifte en de daarbij behorende bewijsstukken, die wel beschikbaar zijn op het moment van de aanvaarding. De Douane verifieert ook of terecht van de mogelijkheid tot vereenvoudigd aangifte doen gebruik wordt gemaakt.
(artikel 188 DWU)
Is deze verificatie conform of wordt geen verificatie uitgevoerd, dan kan de Douane de goederen vrijgeven. De vrijgave van de goederen wordt dus in principe niet belet door het hebben gedaan van een vereenvoudigde aangifte.
De aangifte krijgt uiteraard nog geen eindstatus binnen het aangiftesysteem in afwachting van de ontbrekende informatie en/of bewijsmiddelen.
Als er redenen zijn die, onafhankelijk van het hebben gedaan van een vereenvoudigde aangifte, de vrijgave beletten, kunnen de goederen uiteraard niet worden vrijgegeven.
Goederen worden niet vrijgegeven als op de goederen invoerrechten of andere heffingen van toepassing zijn, terwijl er onvoldoende zekerheid is gesteld. Ook worden goederen niet vrijgegeven als een monsteronderzoek uitsluitsel moet geven of de goederen op de Uniemarkt mogen worden toegelaten.
(artikel 195 DWU).
1.6 Boeking douaneschuld bij een vereenvoudigde aangifte
De aanvaarding van de vereenvoudigde aangifte voor gegevens en/of bewijsstukken kan direct leiden tot het ontstaan van een douaneschuld, zoals bij een aangifte tot het in het vrije verkeer brengen of een aangifte ten uitvoer.
(artikel 77, lid 1 en 2 DWU en artikel 81, lid 1 en 2 DWU)
Als de latere mededeling van ontbrekende informatie in de vorm van de aanvullende aangifte of de latere overlegging van bewijsstukken geen enkele invloed kan hebben op het bedrag aan douaneschuld, wordt het op de gebruikelijke wijze berekende bedrag van de douaneschuld onmiddellijk geboekt. Deze boeking gebeurt automatisch door het aangiftesysteem.
(artikel 105, lid 1 DWU)
Als de latere mededeling van ontbrekende gegevens of het in bezit krijgen van bewijsstukken wel gevolgen kan hebben voor het bedrag aan douaneschuld, dan zijn de volgende situaties te onderscheiden:
Situatie | Gevolgen |
Geschatte opgave van de waarde | De onmiddellijke boeking van het bedrag aan invoer- of uitvoerrechten, berekend op basis van deze geschatte waarde en het eisen van voldoende zekerheid voor het eventueel meer verschuldigde bedrag, als er een indicatie is dat dit hoger zal zijn dan de geschatte waarde. (artikel 77, lid 1, artikel 81 DWU, artikel 85, lid 1 en artikel 105, lid 1 DWU) |
Latere mededeling of overlegging kan leiden tot de toepassing van een lager invoerrecht of uitvoerrecht | De onmiddellijke boeking van het bedrag aan rechten, berekend volgens dit lagere tarief en het eisen van voldoende zekerheid voor het eventueel meer verschuldigde bedrag. Dit komt vooral voor bij de latere overlegging van bewijsstukken waarmee een verlaagd preferentieel tarief wordt aangevraagd. Als door de latere overlegging van het preferentieel certificaat het standaard tarief wordt verlaagd van 8% naar 3% invoerrecht, dan wordt het met het percentage van 3% berekende overeenkomende bedrag van de douaneschuld direct bij de aanvaarding van de vereenvoudigde aangifte geboekt. Voor het verschil tussen het bedrag aan douaneschuld, berekend op basis van 3% aan invoerrecht en het bedrag berekend op basis van 8% invoerrecht, wordt zekerheid gesteld. (artikel 77, lid 1, 105, lid 1, artikel 89 DWU en artikel 146 GVo.DWU) |
Latere mededeling of overlegging kan leiden tot een gehele en definitieve vrijstelling van rechten | Het eisen van voldoende zekerheid voor het mogelijk te heffen bedrag aan rechten volgens het gewone tarief. Op het moment van aanvaarding wordt geen douaneschuld geboekt, omdat er al rekening wordt gehouden met het nultarief. (artikel 89 DWU) |
De boeking van de rechten gebeurt automatisch door het aangiftesysteem.
1.7 Het doen van een aanvullende aangifte in het systeem DMS
De aanvullende aangifte wordt net als de vereenvoudigde aangifte ingediend via het systeem DMS. Het systeem DMS bewaakt dat iedere vereenvoudigde aangifte wordt opgevolgd door een afzonderlijke aanvullende aangifte. Ook bewaakt dit systeem dat de aangifte binnen de daarvoor in de vereenvoudigde aangifte opgenomen termijn wordt ingediend. In de vereenvoudigde aangifte is die termijn weergegeven met een code zoals opgenomen in paragraaf 1.4 van dit onderdeel.
Als de aanvullende aangifte wordt gedaan voor de vereenvoudigde aangifte met code NRV01, NRV03 en NRV05 moeten uiterlijk de 10de dag na vrijgave van de goederen door middel van de aanvullende aangifte, de gegevens of bescheiden worden aangeleverd die niet zijn overgelegd bij het indienen van de vereenvoudigde aangifte.
(artikel 147, lid 1 GVo.DWU en artikel 146, lid 1 GVo.DWU)
Als de aanvullende aangifte wordt gedaan voor de vereenvoudigde aangifte met code NRV04 en NRV06 moeten vanaf de 11de dag tot uiterlijk de 730ste dag na vrijgave van de goederen door middel van de aanvullende aangifte de gegevens die niet zijn overgelegd bij het indienen van de vereenvoudigde aangifte worden aangeleverd.
(artikel 147, lid 3 GVo.DWU )
Als de aanvullende aangifte wordt gedaan voor de vereenvoudigde aangifte met code NRV02 moeten vanaf de 11de dag tot uiterlijk de 120ste dag na vrijgave van de goederen door middel van de aanvullende aangifte de bescheiden die niet zijn overgelegd bij het indienen van de vereenvoudigde aangifte worden ingediend.
(artikel 147, lid 2 GVo.DWU )
Omdat bij de regeling douane-entrepot de controle op volledige en juiste vastlegging van gegevens plaatsvindt aan de hand van administratieve vastleggingen, hoeft na de vereenvoudigde aangifte voor deze regeling geen aanvullende aangifte te worden gedaan.
1.8 Een ondeelbare akte
De ingediende aanvullende aangifte (en ook de bewijsstukken) wordt geacht met de vereenvoudigde aangifte een enkele en ondeelbare akte te vormen, die geldig is vanaf de datum van aanvaarding van de vereenvoudigde aangifte.
Dit betekent dat als door de aanvaarding van de vereenvoudigde aangifte een douaneschuld is ontstaan, dat bij het indienen van de aanvullende aangifte het douanerecht wordt toegepast dat geldt op de datum van aanvaarding van de vereenvoudigde aangifte en niet het douanerecht dat van toepassing is op dag van het indienen van de aanvullende aangifte.
Voor de achteraf ingediende bewijsstukken geldt dat deze geldig moeten zijn op het moment van aanvaarding van de vereenvoudigde aangifte om hieraan rechten te kunnen ontlenen.
(artikel 167, lid 4 DWU en artikel 85, lid 1 DWU)
1.9 Geen aanvullende aangifte indienen en/of geen bewijsstuk binnen de daarvoor gestelde termijn
Als de aangever na de vastgestelde termijn de aanvullende aangifte niet heeft gedaan of bewijsstukken niet in bezit heeft gekregen, moet het eventueel meer verschuldigde bedrag aan douanerechten alsnog worden geboekt. Dit moet onmiddellijk na het verstrijken van de termijn waarbinnen aanvullende aangifte had moeten zijn ingediend of bewijsstukken in bezit hadden moeten zijn van de aangever.
Gaat het om een aangifte die vereenvoudigd was ingediend voor de douanewaarde, dan wordt de douanewaarde berekend op basis van de gegevens die beschikbaar zijn. De geschatte waarde zoals opgenomen in de vereenvoudigde aangifte wordt niet automatisch als heffingsgrondslag aangemerkt.
Gaat het om een aangifte die vereenvoudigd is ingediend voor bewijsstukken, dan wordt de douaneschuld op basis van het standaardtarief voor de goederen berekend, rekening houdende met het eventueel al geboekte bedrag (zie paragraaf 1.6 van dit onderdeel). Dit geldt met name voor die bewijsstukken die recht geven op het preferentiële tarief en waarbij het bewijsstuk niet in bezit komt van de aangever.
(artikel 105, lid 1 DWU)
Let op!
Het mededelen van de ontbrekende informatie of het in bezit krijgen van de bewijsstukken is een verplichting die hoort bij het doen van een vereenvoudigde aangifte. Als het mededelen van de ontbrekende gegevens of het in bezit krijgen van de bewijsstukken niet binnen de vastgestelde termijn plaatsvindt, is er sprake van een onjuiste aangifte.
Er is geen sprake van een onjuiste aangifte als de aangever binnen de termijn mededeling doet van het niet (tijdig) kunnen aanvullen van de ontbrekende informatie of het niet in bezit krijgen van het vereiste bewijsstuk. De Douane zal dan met de aangever afspraken moeten maken over de termijn waarbinnen de aanvullende aangifte of de ontbrekende bescheiden alsnog moeten worden overgelegd.
Kan de aangever niet aangeven wanneer de informatie of bewijsstukken ter beschikking komen, dan handelt de Douane direct volgens de regels die zijn beschreven in paragraaf 1.6. van dit onderdeel. Er wordt dan geen verlenging van de termijn toegestaan.
1.10 De aangifte ten uitvoer (VENUE) voor kleine zendingen
Venue is aanvankelijk ingevoerd als een vorm van het doen van een vereenvoudigde aangifte anders dan via een aangifte in het systeem DMS. Inmiddels is deze functie van Venue vervallen en wordt het systeem alleen nog gebruikt om informatie aan te leveren die behoort bij een mondelinge aangifte ten uitvoer.
Het gebruik van VENUE is daarom alleen toegestaan voor uitvoerzendingen met een waarde van minder dan € 1000.
Op grond van artikel 137, lid 1, letter b van de GVo.DWU is het mogelijk om een mondelinge aangifte in te dienen voor goederen waarvan de waarde niet meer dan € 1000 bedraagt en het gewicht niet meer dan 1000 kg is.
De informatie met betrekking tot de mondeling aangegeven uitvoerzendingen van koeriers en bedrijven met een soortgelijke logistiek wordt ook in Venue aangeleverd. Voor deze zendingen wordt geen aanvullende aangifte gedaan.
De gegevens in Venue worden aangeleverd op het moment van plaatsing onder de regeling uitvoer.
Mogelijk gebruik van Venue in onderstaand schema.
Situatie | Aangifte in Venue | Gegevens aanleveren (geen aangifte) in Venue | Aanvullende aangifte in DMS |
---|---|---|---|
Uitvoer ≤ € 1000 of ≤1000 kg | nvt | x | nvt |