Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

12 Welzijnsgoederen voor zeelieden

12.1 Welzijnsgoederen voor zeelieden

Volledige vrijstelling van invoerrechten wordt verleend voor de tijdelijke invoer van welzijnsgoederen voor zeelieden. Er moet sprake zijn van 1 van de volgende gevallen:

  • De goederen worden aan boord van een schip in de internationale zeevaart gebruikt.
  • De goederen worden uit het schip gelost en tijdelijk aan land gebruikt door de bemanning.
  • De goederen worden aan land worden gebruikt in culturele, sociale of godsdienstige instellingen zonder winstoogmerk met activiteiten voor zeelieden.

De aanvrager en de houder van de regeling mogen in het douanegebied van de Unie zijn gevestigd.

(artikel 220 GVo.DWU)

Onder 'welzijnsgoederen voor zeelieden' worden verstaan goederen bestemd voor activiteiten op het gebied van cultuur, onderwijs, recreatie, godsdienst of sport van personen aan boord van zeeschepen die een taak hebben bij de werking of de dienst van die schepen.

Het gaat onder meer om de volgende goederen:

  • boeken
  • beeld- en geluidsapparatuur
  • sportkleding, ballen, rackets en gymnastiekuitrusting
  • muziekinstrumenten
  • artikelen voor het houden van een eredienst

12.2 Mondelinge aangifte en aangifte door een handeling

Welzijnsgoederen voor zeelieden die aan boord van een schip in de internationale zeevaart worden gebruikt, kunnen mondeling of door een handeling worden aangegeven.
(artikel 136, lid 1 letter c GVo.DWU en artikel 139, lid 1 GVo.DWU)

Zie voor informatie hierover hoofdstuk 3 van dit onderdeel.