7 Specifieke bestemmingen
In de hoofdstukken 8 t/m 29 van dit onderdeel zijn de voorwaarden beschreven van de specifieke bestemmingen (zoals vervoermiddelen, persoonlijke bezittingen van reizigers, materiaal voor hulpverlening bij rampen, beroepsuitrusting en goederen voor evenementen).
Goederen kunnen soms onder meerdere specifieke bestemmingen vallen. In deze gevallen is het gebruiksdoel bepalend en moet de meest specifieke bestemming worden toegepast.
Denk hierbij aan een graafmachine. Een graafmachine kan niet worden aangemerkt als vervoermiddel (artikel 212, lid 3 GVo.DWU), omdat deze niet wordt gebruikt of bestemd is om te worden gebruikt voor het vervoer van goederen en/of personen. Graafmachines kunnen onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als beroepsuitrusting (artikel 226 GVo.DWU). Wordt een graafmachine echter gebruikt bij hulp aan slachtoffers van een aardbeving, dan kan deze gelet op het specifieke gebruik onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als materiaal voor hulpverlening bij rampen (artikel 221 GVo.DWU). Een graafmachine die bestemd is om te worden tentoongesteld tijdens een beurs van bouwmachines kan onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als goederen voor evenementen (artikel 234 GVo.DWU).
Denk hierbij ook aan dieren. De regeling tijdelijke invoer voor dieren (artikel 223 GVo.DWU) is van toepassing op levende dieren ongeacht het gebruiksdoel (zoals dressuur, concoursen, fokken en diergeneeskundige behandeling). Gezelschapsdieren van reizigers (niet-commercieel verkeer) kunnen onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als persoonlijke bezittingen van reizigers (artikel 219 GVo.DWU). Reddingshonden kunnen onder de regeling tijdelijke invoer worden geplaatst als materiaal voor hulpverlening bij rampen (artikel 221 GVo.DWU).
Let op!
In Verordening (EG) Nr. 1186/2009 is een aantal vrijstellingen opgenomen voor het brengen in het vrije verkeer van dezelfde of vergelijkbare goederen en het daarbij behorend gebruik als bedoeld bij de regeling tijdelijke invoer. Deze vrijstellingen kunnen soms in plaats van of in het verlengde van de regeling tijdelijke invoer worden toegepast.
De vrijstellingen van Verordening (EG) Nr. 1186/2009 hebben een definitief karakter. De regeling in het vrije verkeer brengen hoeft in tegenstelling tot de regeling tijdelijke invoer namelijk niet te worden gezuiverd.
In voorkomende gevallen wordt in de hoofdstukken 8 t/m 29 van dit onderdeel naar de mogelijkheid van een dergelijke vrijstelling verwezen.