Ga direct naar de inhoud
Ga direct naar de footer
11 Aanzuiveringstermijn
11.1 Aanzuiveringstermijn
De regeling bijzondere bestemming moet binnen een bepaalde termijn worden gezuiverd. Deze zogenaamde aanzuiveringstermijn is de termijn waarbinnen de goederen de voorgeschreven bijzondere bestemming moeten krijgen.
De aanzuiveringstermijn gaat in op de datum van aanvaarding van de douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling bijzondere bestemming.
De aanzuiveringstermijn wordt vastgesteld in de vergunning (uitgedrukt in maanden). Hierbij wordt rekening gehouden met de tijd die nodig is om de goederen te gebruiken voor de doeleinden die zijn vastgesteld voor de toepassing van de vrijstelling of het verlaagde invoerrecht.
(artikel 215, lid 4 DWU en artikel 1, punt 23 GVo.DWU)
De aanzuiveringstermijn verstrijkt op het einde van de dag die in de laatste maand dezelfde cijferaanduiding heeft als de dag waarop de aanzuiveringstermijn ingaat.
Voorbeeld
Op 18 maart wordt Alaska koolvis onder de regeling bijzondere bestemming geplaatst om te worden verwerkt tot kibbeling.
De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 3 maanden.
Dit betekent dat uiterlijk op 18 juni de Alaska koolvis moet zijn verwerkt.
Als de dag die bepalend is voor het einde van de aanzuiveringstermijn ontbreekt, dan verstrijkt de aanzuiveringstermijn op het einde van de laatste dag van deze maand.
Voorbeeld
Op 31 maart wordt Alaska koolvis onder de regeling bijzondere bestemming geplaatst om te worden verwerkt tot kibbeling.
De aanzuiveringstermijn is vastgesteld op 3 maanden.
De aanzuiveringstermijn verstrijkt in dit geval op 30 juni (31 juni bestaat niet).
Zie voor informatie over de aanzuiveringstermijn bij overdracht van rechten en plichten hoofdstuk 9 van dit onderdeel.
11.2 Douaneschuld bij verstrijken aanzuiveringstermijn
Als de aanzuiveringstermijn is verstreken en de goederen hebben de voorgeschreven bijzondere bestemming niet gekregen, ontstaat er een douaneschuld door niet-naleving van een verplichting van de regeling bijzondere bestemming. Zie voor informatie over de douaneschuld door niet-naleving van een verplichting hoofdstuk 13 van dit onderdeel.
(artikel 79, lid 1 letter b DWU)
11.3 Verlenging aanzuiveringstermijn
Is de aanzuiveringstermijn van de onder de regeling geplaatste goederen niet toereikend? De Douane kan de aanzuiveringstermijn met een redelijke duur verlengen indien de vergunninghouder een aanvraag daartoe indient, zelfs nadat de oorspronkelijk vastgestelde termijn is verstreken. De aanvraag voor verlenging van de aanzuiveringstermijn moet worden ingediend voordat de Douane de vergunninghouder in kennis heeft gesteld van het verstrijken van de aanzuiveringstermijn.
(artikel 174, lid 1 GVo.DWU)
Als geen aanvraag voor verlenging van de aanzuiveringstermijn is ingediend en door het verstrijken van de aanzuiveringstermijn een douaneschuld is ontstaan, dan kan deze douaneschuld in bepaalde gevallen tenietgaan. Zie voor informatie over tenietgaan van de douaneschuld onderdeel 30.00.00 van dit Handboek.
Zie voor informatie over verlenging van de aanzuiveringstermijn bij overdracht van rechten en plichten hoofdstuk 9 van dit onderdeel.
11.4 Automatische verlenging aanzuiveringstermijn
De Douane kan in de vergunning bijzondere bestemming bepalen dat de aanzuiveringstermijn automatisch wordt verlengd voor alle goederen die zich op de datum dat de aanzuiveringstermijn zou verstrijken nog onder de regeling bevinden.
Het moet hier dan gaan om grote projecten waarbij op het tijdstip van de aanvraag van de vergunning bijzondere bestemming niet exact is te bepalen hoelang het zal gaan duren dat de goederen de bestemming krijgen dan wel de kans bestaat dat vertraging zal optreden. Op deze wijze wordt voorkomen dat voor alle goederen die in een bepaalde periode onder de regeling zijn geplaatst afzonderlijk een verlenging van de aanzuiveringstermijn moet worden aangevraagd.
(artikel 174, lid 2 GVo.DWU)