9 Zuivering van de regeling actieve veredeling
9.1 Zuivering van de regeling actieve veredeling
De regeling actieve veredeling wordt gezuiverd indien de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen of de veredelingsproducten:
- onder een volgende douaneregeling worden geplaatst
- het douanegebied van de Unie verlaten
- vernietigd zijn zonder afvalresten
- aan de staat worden afgestaan
(artikel 215, lid 1 DWU)
Zie voor informatie over vernietiging hoofdstuk 7 van dit onderdeel.
Zie voor informatie over de aanzuiveringstermijn hoofdstuk 10 van dit onderdeel.
Zie voor informatie over de aanzuiveringsafrekening hoofdstuk 11 van dit onderdeel.
Zie voor informatie over bijzondere gevallen van aanzuivering hoofdstuk 12 van dit onderdeel.
Zie voor informatie over veredelingsproducten of onder de regeling geplaatste goederen in ongewijzigde staat die bij het verstrijken van de aanzuiveringstermijn worden geacht in het vrije verkeer te zijn gebracht hoofdstuk 13 van dit onderdeel.
Bij de indiening van een douaneaangifte tot plaatsing onder de regeling actieve veredeling en bij de zuivering van de regeling actieve veredeling is in bepaalde gevallen een gestandaardiseerde uitwisseling van inlichtingen (INF) vereist en moet de aangever verwijzen naar het desbetreffende INF-nummer. Zie voor informatie over INF bij actieve veredeling bijlage 3 van dit onderdeel.
9.2 Beëindiging actieve veredeling door in het vrije verkeer brengen
Goederen die zich onder de regeling actieve veredeling bevinden, kunnen ter beëindiging van de regeling actieve veredeling in het vrije verkeer worden gebracht. Indien niet-Uniegoederen in het vrije verkeer worden gebracht ontstaat een douaneschuld. De douaneschuld ontstaat op het tijdstip waarop de douaneaangifte wordt aanvaard.
(artikel 77, lid 1 en lid 2 DWU)
De hoofdregel bij in het vrije verkeer brengen is dat het bedrag aan invoerrechten wordt vastgesteld op basis van de regels voor de berekening van de rechten die van toepassing waren op het tijdstip waarop de douaneschuld is ontstaan. De invoerrechten worden dan berekend over de goederen die daadwerkelijk in het vrije verkeer worden gebracht.
(artikel 85, lid 1 DWU)
Indien een douaneschuld is ontstaan voor veredelingsproducten die zijn voortgebracht in het kader van de regeling actieve veredeling, wordt het met die schuld overeenkomende bedrag aan invoerrechten op verzoek van de aangever vastgesteld op basis van de tariefindeling, douanewaarde, hoeveelheid, aard en oorsprong van de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen op het tijdstip waarop de douaneaangifte voor die goederen is aanvaard. De invoerrechten worden dan berekend over de goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst.
(artikel 86, lid 3 DWU)
Let op! (goederen in ongewijzigde staat)
Artikel 86, lid 3 DWU kan alleen worden toegepast als veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht. Als onder de regeling geplaatste goederen in ongewijzigde staat in het vrije verkeer worden gebracht, dan moet artikel 85, lid 1 DWU worden toegepast.
Let op! (percentage invoerrecht bij toepassing artikel 86, lid 3 DWU)
Het percentage invoerrecht dat moet worden toegepast bij artikel 86, lid 3 DWU, is het percentage invoerrecht dat van toepassing is op de goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst op de dag dat de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht. Voor het percentage invoerrecht wordt dus niet teruggegaan naar de dag dat de goederen onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst.
Dit geldt ook voor een antidumpingrecht. Dit kan zowel gunstig als nadelig uitvallen voor de vergunninghouder. Als op het tijdstip van plaatsing onder de regeling actieve veredeling geen antidumpingrecht van toepassing was op de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen, maar wel op het tijdstip dat de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, dan wordt het antidumpingrecht geheven. Was op het tijdstip van plaatsing onder de regeling actieve veredeling een antidumpingrecht van toepassing op de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen, maar niet meer op het tijdstip dat de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, dan wordt het antidumpingrecht niet geheven.
Voorbeeld
Vergunning actieve veredeling met toepassing van artikel 86, lid 3 DWU
Niet-Uniegoederen: plaatstaal
Douanewaarde plaatstaal: € 10.000
Veredelingsproducten: stalen buizen
Douanewaarde stalen buizen: € 15.000
De stalen buizen worden in het vrije verkeer gebracht.
Antidumpingrecht plaatstaal op het tijdstip dat de stalen buizen in het vrije verkeer worden gebracht: 30%
Het verschuldigde bedrag aan antidumpingrecht is in dit geval: € 3.000 (€ 10.000 x 30%)
In de aanvraag voor een vergunning actieve veredeling kan de aanvrager in het veld 'Berekeningsmethode voor het bedrag van de invoerrechten' (gegevenselement 38 13 … bijlage A GVo.DWU) kiezen tussen de volgende 3 opties:
- Het bedrag aan invoerrechten wordt alleen berekend overeenkomstig artikel 85, lid 1 DWU, tenzij artikel 86, lid 3 DWU verplicht van toepassing is.
- Het bedrag aan invoerrechten wordt alleen berekend overeenkomstig artikel 86, lid 3 DWU.
- Het bedrag aan invoerrechten wordt berekend overeenkomstig artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU (flexibele toepassing artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU), tenzij artikel 86, lid 3 DWU verplicht van toepassing is.
De in de aanvraag gemaakte keuze heeft betrekking op zowel de hoofdveredelingsproducten als de secundaire veredelingsproducten.
Zie voor informatie over flexibele toepassing van artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU paragraaf 9.3 van dit onderdeel.
Zie voor informatie over verplichte toepassing van artikel 86, lid 3 DWU paragraaf 9.4. van dit onderdeel.
Let op!
Wanneer artikel 86, lid 3 DWU wordt toegepast, dan moet in de douaneaangifte voor het vrije verkeer code F44 als aanvullende regeling worden vermeld.
Aanvullende informatie in douaneaangifte voor het vrije verkeer
De douaneaangifte voor het vrije verkeer moet als aanvullende informatie code 00700 'Aanzuivering van actieve veredeling' en het desbetreffende vergunningnummer bevatten.
Zijn er specifieke handelspolitieke maatregelen van toepassing op de goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst en zijn deze maatregelen nog steeds van toepassing op het tijdstip waarop de goederen (al dan niet in de vorm van veredelingsproducten) in het vrije verkeer worden gebracht, dan moet de douaneaangifte als aanvullende informatie code 00800 'Aanzuivering van AV (bijz. handelspolitieke maatregelen)' bevatten.
(artikel 241, lid 1 GVo.DWU).
9.3 Flexibele toepassing artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU
In de aanvraag voor een vergunning actieve veredeling kan de aanvrager kiezen voor de optie dat het bedrag aan invoerrechten wordt berekend overeenkomstig artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU (flexibele toepassing artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU).
Voordat toestemming kan worden verleend voor flexibele toepassing van artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU, moet aan de hand van het stroomschema in bijlage 1 van dit onderdeel worden vastgesteld of de economische voorwaarden moeten worden getoetst door de Commissie.
Het stroomschema moet tweemaal worden doorlopen.
Stap 1. De eerste vraag in het stroomschema: 'Bedrag aan invoerrechten wordt berekend overeenkomstig artikel 86, lid 3 DWU' moet met 'Ja' worden beantwoord en vervolgens moet de rest van het stroomschema worden doorlopen.
Stap 2. Daarna moet het stroomschema nogmaals worden doorlopen. De eerste vraag in het stroomschema: 'Bedrag aan invoerrechten wordt berekend overeenkomstig artikel 86, lid 3 DWU' moet nu met 'Nee' worden beantwoord, omdat verzocht wordt om (ook) artikel 85, lid 1 DWU te mogen toepassen (het stroomschema is al doorlopen op basis van artikel 86, lid 3 DWU).
Als in beide gevallen de economische voorwaarden niet hoeven te worden getoetst, dan kan toestemming worden verleend voor flexibele toepassing van artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU. De veredelingsproducten kunnen dan in het vrije verkeer worden gebracht met toepassing van artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU, tenzij artikel 86, lid 3 DWU verplicht van toepassing is. Zie voor informatie over verplichte toepassing van artikel 86, lid 3 DWU paragraaf 9.4 van dit onderdeel.
Levert het doorlopen van het stroomschema op basis van artikel 86, lid 3 DWU op dat de economische voorwaarden niet hoeven te worden getoetst en levert het doorlopen van het stroomschema op basis van artikel 85, lid 1 DWU op dat de economische voorwaarden wel moeten worden getoetst, dan kan geen toestemming worden verleend om artikel 85, lid 1 DWU te gebruiken.
Hetzelfde geldt voor de omgekeerde situatie. Levert het doorlopen van het stroomschema op basis van artikel 85, lid 1 DWU op dat de economische voorwaarden niet hoeven te worden getoetst en levert het doorlopen van het stroomschema op basis van artikel 86, lid 3 DWU op dat de economische voorwaarden wel moeten worden getoetst, dan kan geen toestemming worden verleend om artikel 86, lid 3 DWU te gebruiken.
Flexibele toepassing moet zijn vermeld in de vergunning
Flexibele toepassing van artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU is toegestaan als in de vergunning actieve veredeling (in het veld 'Berekeningsmethode voor het bedrag van de invoerrechten') is vermeld dat het bedrag aan invoerrechten wordt berekend overeenkomstig artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU.
Als in de vergunning actieve veredeling is vermeld dat het bedrag aan invoerrechten alleen wordt berekend overeenkomstig artikel 85, lid 1 DWU, dan is flexibele toepassing niet toegestaan en moet deze berekeningsmethode worden toegepast.
Hetzelfde geldt als in de vergunning actieve veredeling is vermeld dat het bedrag aan invoerrechten alleen wordt berekend overeenkomstig artikel 86, lid 3 DWU. Ook dan is flexibele toepassing niet toegestaan en moet deze berekeningsmethode worden toegepast.
Tijdstip keuze tussen artikel 85, lid 1 DWU en artikel 86, lid 3 DWU
Als sprake is van een vergunning met flexibele toepassing van artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU, dan moet de keuze tussen artikel 85, lid 1 DWU en artikel 86, lid 3 DWU worden gemaakt op het tijdstip dat de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht. Deze keuze hoeft dus niet al te worden gemaakt op het tijdstip van plaatsing onder de regeling actieve veredeling.
Het verzoek om toepassing van artikel 86, lid 3 DWU moet worden gedaan door in de douaneaangifte voor het vrije verkeer code F44 als aanvullende regeling te vermelden.
9.4 Verplichte toepassing artikel 86, lid 3 DWU
In bepaalde gevallen is artikel 86, lid 3 DWU van toepassing zonder een daartoe strekkend verzoek van de aangever. Artikel 86, lid 3 DWU moet dan verplicht worden toegepast voor de hoofdveredelingsproducten en de secundaire veredelingsproducten.
9.4.1 In het vrije verkeer brengen na actieve veredeling
Artikel 86, lid 3 DWU is verplicht van toepassing wanneer de veredelingsproducten zijn verkregen uit onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen die, op het tijdstip van de eerste plaatsing onder de regeling actieve veredeling, onderworpen zouden zijn geweest aan een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij waren aangegeven voor het vrije verkeer.
De verplichte toepassing van artikel 86, lid 3 DWU geldt dus ook als het voorlopig of definitief antidumpingrecht, (…) enzovoort is ingesteld tijdens de geldigheidsduur van een vergunning actieve veredeling die is verleend met alleen toepassing van artikel 85, lid 1 DWU of met flexibele toepassing van artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU.
Een uitzondering (dus geen verplichte toepassing) geldt als het geval betrekking heeft op 1 van de volgende handelingen:
- verwerking van goederen zonder handelskarakter
- verwerking van goederen verkregen in het kader van een eerdere vergunning, die is verleend na toetsing van de economische voorwaarden door de Commissie
- verwerking van goederen tot stalen en monsters
- verwerking tot resten en afval, vernietiging, terugwinning van delen of bestanddelen
Was op het tijdstip van plaatsing onder de regeling actieve veredeling een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies van toepassing op de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen, maar niet meer op het tijdstip dat de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, dan geldt de verplichte toepassing van artikel 86, lid 3 DWU ook niet.
Het bovenstaande wordt verduidelijkt door het volgende schema:
Antidumpingrecht onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen op het tijdstip van plaatsing onder de regeling actieve veredeling | Antidumpingrecht onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen | Artikel 86, lid 3 moet worden toegepast |
---|---|---|
Nee | Nee | Nee |
Nee | Ja | Nee |
Ja | Nee | Nee |
Ja | Ja | Ja |
Het bovenstaande is van overeenkomstige toepassing als sprake is van opeenvolgende plaatsingen onder de regeling actieve veredeling en de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht door de tweede (volgende) vergunninghouder actieve veredeling.
(artikel 86, lid 4 DWU en artikel 76, lid 2 en lid 3 GVo.DWU)
Let op!
Artikel 86, lid 3 DWU is niet verplicht van toepassing op goederen die uiterlijk op 16 juli 2021 voor actieve veredeling zijn aangegeven indien voor die goederen een vergunning actieve veredeling geldt die vóór 16 juli 2020 is verleend.
(artikel 76, lid 4 GVo.DWU)
9.4.2 In het vrije verkeer brengen na wederuitvoer
Artikel 86, lid 3 DWU is ook verplicht van toepassing wanneer de veredelingsproducten binnen 1 jaar na de wederuitvoer ervan alsnog in het vrije verkeer worden gebracht en aan de volgende 2 voorwaarden is voldaan:
- De onder regeling actieve veredeling geplaatste goederen zouden op het tijdstip van plaatsing onder de regeling actieve veredeling onderworpen zijn geweest aan een landbouwpolitieke of handelspolitieke maatregel, een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij waren aangegeven voor het vrije verkeer.
- De economische voorwaarden hoefden niet te worden getoetst door de Commissie.
Was op het tijdstip van plaatsing onder de regeling actieve veredeling een voorlopig of definitief antidumpingrecht, een compenserend recht, een vrijwaringsmaatregel of een aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies van toepassing op de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen, maar niet meer op het tijdstip dat de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, dan geldt de verplichte toepassing van artikel 86, lid 3 DWU niet. Deze uitzondering geldt niet voor een landbouwpolitieke of handelspolitieke maatregel.
(artikel 86, lid 4 DWU en artikel 76, lid 1 en lid 3 GVo.DWU)
Let op!
Wanneer de veredelingsproducten binnen 3 jaar na de wederuitvoer ervan in het vrije verkeer worden gebracht, dan kan in bepaalde gevallen op verzoek het bedrag aan invoerrechten worden berekend overeenkomstig artikel 86, lid 3 DWU.
(artikel 205, lid 2 DWU)
Zie voor informatie over terugkerende goederen onderdeel 25.00.00 van dit Handboek.
9.5 Handelspolitieke maatregelen bij in het vrije verkeer brengen
Als de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, dan gelden voor de handelspolitieke maatregelen specifieke regels afhankelijk van de toepassing van artikel 85, lid 1 DWU of artikel 86, lid 3 DWU.
Toepassing artikel 86, lid 3 DWU
Als de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, en op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen geldt voor de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen een handelspolitieke maatregel, dan geldt deze handelspolitieke maatregel op dat tijdstip. Het is niet van belang of op het tijdstip dat de goederen onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst een handelspolitieke maatregel van toepassing was.
Het bovenstaande wordt verduidelijkt door het volgende schema:
Handelspolitieke maatregel onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen | Handelspolitieke maatregel onder de regeling geplaatste goederen moet worden toegepast op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen |
---|---|
Nee | Nee |
Ja | Ja |
(artikel 86, lid 3 DWU en artikel 202, lid 1 DWU)
Op resten en afval is het bovenstaande niet van toepassing.
(artikel 202, lid 2 DWU)
Toepassing artikel 85, lid 1 DWU
Als de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht, en op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen geldt voor deze veredelingsproducten een handelspolitieke maatregel, dan geldt deze handelspolitieke maatregel alleen indien op dat tijdstip ook een dergelijke handelspolitieke maatregel van toepassing is op de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen.
Het bovenstaande wordt verduidelijkt door het volgende schema:
Handelspolitieke maatregel veredelingsproducten op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen | Handelspolitieke maatregel onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen | Handelspolitieke maatregel veredelingsproducten moet worden toegepast op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen |
---|---|---|
Nee | Nee | Nee |
Nee | Ja | Nee |
Ja | Nee | Nee |
Ja | Ja | Ja |
(artikel 85, lid 1 DWU en artikel 202, lid 3 DWU)
9.6 Toepassing artikel 86, lid 3 DWU en toerekening niet-Uniegoederen aan veredelingsproducten
Als het bedrag aan invoerrechten wordt berekend overeenkomstig artikel 86, lid 3 DWU, dan moet worden bepaald welke hoeveelheid van de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen geacht wordt aanwezig te zijn in de veredelingsproducten.
Hiervoor kunnen de volgende 2 methoden worden toegepast:
- hoeveelheidssleutel
- waardesleutel (indien de hoeveelheidssleutel niet kan worden toegepast)
(artikel 72 GVo.DWU)
Hoeveelheidssleutel
De methode van de hoeveelheidssleutel wordt toegepast in de volgende 2 situaties:
- als bij de veredeling slechts 1 soort veredelingsproduct ontstaat
- als bij de veredeling verschillende soorten veredelingsproducten ontstaan en alle samenstellende delen van de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen in elk van die veredelingsproducten terug te vinden zijn
Bij toepassing van de methode van de hoeveelheidssleutel wordt geen rekening gehouden met verliezen, met name door verdamping, opdroging, sublimatie of weglekking.
(artikel 72, lid 2 t/m 5 GVo.DWU)
Zie voor voorbeelden van de hoeveelheidssleutel bijlage 2 van dit onderdeel.
Waardesleutel
Indien de methode van de hoeveelheidssleutel niet kan worden toegepast, dan moet de methode van de waardesleutel worden toegepast. Dit is het geval als niet alle samenstellende delen van de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen in elk van de veredelingsproducten terug te vinden zijn.
(artikel 72, lid 6 GVo.DWU)
Zie voor een voorbeeld van de waardesleutel bijlage 2 van dit onderdeel.
9.7 Toepassing artikel 86, lid 3 DWU met gunstige tariefbehandeling op grond van een bijzondere bestemming
Wanneer artikel 86, lid 3 DWU wordt toegepast en aan de voorwaarden voor plaatsing van de goederen onder de regeling bijzondere bestemming zou zijn voldaan op het tijdstip van plaatsing van de goederen onder de regeling actieve veredeling, dan komen de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen in aanmerking voor de gunstige tariefbehandeling die op die goederen zou zijn toegepast indien zij onder de regeling bijzondere bestemming waren geplaatst.
Voorwaarde is dat een vergunning bijzondere bestemming zou zijn verleend. De veredelingsproducten worden in dit geval echter niet onder de regeling bijzondere bestemming geplaatst met regelingcode 4451, maar onder de regeling in het vrije verkeer brengen met regelingcode 4051. De vergunninghouder actieve veredeling hoeft dus geen vergunning bijzondere bestemming te hebben.
Verder moeten de goederen op het tijdstip dat de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht reeds de bijzondere bestemming hebben gekregen.
In de aangifte voor het vrije verkeer moet om deze gunstige tariefbehandeling worden verzocht.
(artikel 73 GVo.DWU)
De vrijstelling of het verlaagde invoerrecht op grond van de bijzondere bestemming wordt vastgesteld op basis van de tariefindeling, douanewaarde, hoeveelheid, aard en oorsprong van de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen op de dag dat de goederen onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst.
Let op!
Het percentage invoerrecht dat op grond van de bijzondere bestemming moet worden toegepast, is het percentage invoerrecht dat van toepassing is op de goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst op de dag dat veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht. Voor het percentage invoerrecht wordt dus niet teruggegaan naar de dag dat de goederen onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst.
Zie voor informatie over de regeling bijzondere bestemming onderdeel 17.00.00 van dit Handboek.
9.8 Toepassing artikel 86, lid 3 DWU met preferentiële tariefbehandeling
Wanneer artikel 86, lid 3 DWU wordt toegepast en de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen voldoen op het tijdstip van plaatsing onder de regeling actieve veredeling aan de voorwaarden voor een preferentiële tariefbehandeling in het kader van een tariefcontingent of tariefplafond en dit tariefcontingent of tariefplafond is nog geldig op het tijdstip van in het vrije verkeer brengen dan wel een preferentiële tariefbehandeling is opnieuw ingesteld, dan komen deze goederen in aanmerking voor de preferentiële tariefbehandeling die voor identieke goederen geldt op het tijdstip van aanvaarding van de douaneaangifte voor het vrije verkeer.
In de aangifte voor het vrije verkeer moet om deze preferentiële tariefbehandeling worden verzocht.
(artikel 74 GVo.DWU)
9.9 In het vrije verkeer brengen na gebruikelijke behandelingen
Goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst, kunnen gebruikelijke behandelingen ondergaan:
- om ze in goede staat te bewaren
- ter verbetering van de presentatie of handelskwaliteit
- ter voorbereiding van de distributie of wederverkoop
(artikel 220 DWU en artikel 256, lid 3, letter b DWU)
De kosten van gebruikelijke behandelingen of de waardevermeerdering worden bij toepassing van artikel 85, lid 1 DWU niet in aanmerking genomen voor de berekening van het bedrag aan invoerrechten voor zover de aangever afdoende bewijs van het bestaan van die kosten levert.
Worden niet-Uniegoederen gebruikt bij gebruikelijke behandelingen (bijvoorbeeld verpakking), dan moet de douanewaarde daarvan in aanmerking worden genomen voor de berekening van het bedrag aan invoerrechten. Worden Uniegoederen gebruikt bij gebruikelijke behandelingen, dan hoeft de douanewaarde daarvan niet in aanmerking te worden genomen voor de berekening van het bedrag aan invoerrechten.
(artikel 86, lid 1 DWU)
Als door gebruikelijke behandelingen de tariefindeling van de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen verandert, dan wordt op verzoek de oorspronkelijke tariefindeling toegepast. Het verzoek om toepassing van de oorspronkelijke tariefindeling moet worden gedaan door in de douaneaangifte voor het vrije verkeer code F46 als aanvullende regeling te vermelden.
(artikel 86, lid 2 DWU)
Let op!
Het percentage invoerrecht dat moet worden toegepast bij artikel 86, lid 2 DWU, is het percentage invoerrecht dat van toepassing is op de goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst op de dag dat de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht. Voor het percentage invoerrecht wordt dus niet teruggegaan naar de dag dat de goederen onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst.
Zie voor informatie over gebruikelijke behandelingen hoofdstuk 2 van dit onderdeel.
9.10 Beëindiging actieve veredeling door een volgende bijzondere regeling
Na de regeling actieve veredeling kan ook worden gekozen voor de volgende bijzondere regelingen:
- extern douanevervoer
- douane-entrepot
- actieve veredeling
- bijzondere bestemming
- tijdelijke invoer
Indien de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen of de veredelingsproducten onder een volgende bijzondere regeling worden geplaatst, dan wordt de regeling actieve veredeling gezuiverd. In dat geval moet de douaneaangifte als aanvullende informatie code 00700 'Aanzuivering van actieve veredeling' en het desbetreffende vergunningnummer bevatten. Deze aanvullende informatie moet worden overgenomen op elke volgende douaneaangifte.
Zijn er specifieke handelspolitieke maatregelen van toepassing op de goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst en zijn deze maatregelen nog steeds van toepassing op het tijdstip waarop de goederen (al dan niet in de vorm van veredelingsproducten) onder een volgende douaneregeling worden geplaatst, dan moet de douaneaangifte als aanvullende informatie code 00800 'Aanzuivering van AV (bijz. handelspolitieke maatregelen)' bevatten. Deze aanvullende informatie moet worden overgenomen op elke volgende douaneaangifte.
Deze gegevens moeten in voorkomend geval ook in de administratie van de vergunninghouder van de opvolgende regeling worden vermeld.
(artikel 178, lid 1 letter o GVo.DWU en artikel 241, lid 1 GVo.DWU)
9.11 Keuze artikel 86, lid 3 DWU vasthouden bij volgende regelingen
De in de vergunning vastgelegde keuze voor toepassing van artikel 86, lid 3 DWU moet ook worden toegepast als de hoofdveredelingsproducten niet rechtstreeks na de regeling actieve veredeling in het vrije verkeer worden gebracht, maar pas op een later tijdstip (bijvoorbeeld als de veredelingsproducten eerst nog in een douane-entrepot worden opgeslagen voordat ze in het vrije verkeer worden gebracht).
Voorbeeld
Vergunning actieve veredeling met toepassing van artikel 86, lid 3 DWU
Niet-Uniegoederen: plaatstaal
Douanewaarde plaatstaal: € 10.000
Percentage invoerrecht plaatstaal: 10%
Veredelingsproducten: stalen buizen
Douanewaarde stalen buizen: € 15.000
Percentage invoerrecht stalen buizen: 12%
De stalen buizen worden na de regeling actieve veredeling onder de regeling douane-entrepot geplaatst. Daarmee wordt de regeling actieve veredeling gezuiverd. De stalen buizen worden na de regeling douane-entrepot in het vrije verkeer gebracht.
Het verschuldigde bedrag aan invoerrechten is in dit geval: € 1.000 (€ 10.000 x 10%)
Het bovenstaande is van overeenkomstige toepassing op opeenvolgende plaatsingen onder de regeling actieve veredeling als in de eerste vergunning actieve veredeling is gekozen voor toepassing van artikel 86, lid 3 DWU. Een tweede (volgende) vergunninghouder actieve veredeling moet vasthouden aan de in de vergunning actieve veredeling van de eerste vergunninghouder vastgelegde keuze voor toepassing van artikel 86, lid 3 DWU. Het feit dat de tweede vergunninghouder een vergunning actieve veredeling heeft met toepassing van artikel 85, lid 1 DWU doet daar niets aan af. Als de veredelingsproducten in het vrije verkeer worden gebracht door de tweede vergunninghouder actieve veredeling, dan moet in een dergelijk geval voor de berekening van het bedrag aan invoerrechten artikel 86, lid 3 DWU worden toegepast. De invoerrechten worden dan berekend over de goederen die door de eerste vergunninghouder onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst.
9.12 Beëindiging actieve veredeling door wederuitvoer
Indien de onder de regeling actieve veredeling geplaatste goederen of de veredelingsproducten worden wederuitgevoerd, dan wordt de regeling actieve veredeling gezuiverd. In dat geval moet de aangifte tot wederuitvoer als aanvullende informatie code 00700 'Aanzuivering van actieve veredeling' en het desbetreffende vergunningnummer bevatten.
Zijn er specifieke handelspolitieke maatregelen van toepassing op de goederen die onder de regeling actieve veredeling zijn geplaatst en zijn deze maatregelen nog steeds van toepassing op het tijdstip waarop de goederen (al dan niet in de vorm van veredelingsproducten) worden wederuitgevoerd, dan moet de aangifte tot wederuitvoer als aanvullende informatie code 00800 'Aanzuivering van AV (bijz. handelspolitieke maatregelen)' bevatten.
(artikel 241, lid 2 GVo.DWU)
9.13 Wederuitvoer met bewijs van oorsprong ('no drawback' clausule)
In een aantal preferentiële regelingen tussen de Unie en landen of gebieden buiten het douanegebied van de Unie is een zogenaamde 'no drawback' clausule opgenomen. De 'no-drawback' clausule houdt in dat er geen terugbetaling of kwijtschelding of vrijstelling van invoerrechten mag worden verleend voor niet van oorsprong zijnde goederen die worden gebruikt voor de vervaardiging van producten waarvoor een bewijs van oorsprong wordt afgegeven of opgesteld in het kader van een preferentiële regeling. Wanneer na de regeling actieve veredeling de veredelingsproducten worden wederuitgevoerd naar een van die betreffende landen of gebieden en voor die producten een bewijs van oorsprong wordt afgegeven of opgesteld ontstaat een douaneschuld bij invoer door aanvaarding van de aangifte tot wederuitvoer. De douaneschuld ontstaat voor de hoeveelheid niet van oorsprong zijnde goederen die in de veredelingsproducten zijn gebruikt.
(artikel 78 DWU)
Zie voor informatie over de 'no drawback' clausule en een overzicht van de preferentiële regelingen waarin een dergelijke clausule is opgenomen hoofdstuk 2 van onderdeel 8.00.00 van dit Handboek.