Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

2 Inleiding op dit hoofdstuk

Het onderdeel Vrijstellingen behandelt de vrijstellingen van de accijns die bij uitslag tot verbruik van toepassing kunnen zijn. In dit hoofdstuk wordt niet nader ingegaan op andere onderwerpen die wellicht verband houden met de vrijstellingen zoals Heffing en verschuldigdheid, Belastbare feit, Teruggaven en Verbods- en strafbepalingen. Een toelichting op die onderwerpen is opgenomen in andere onderdelen van dit Handboek.

2.1 Algemene uitgangspunten voor de vrijstelling van accijns

Er zijn twee algemene uitgangspunten voor de vrijstellingen van de accijns:

  1. Bij de uitslag tot verbruik kan vrijstelling worden verleend voor accijnsgoederen die een in de WA aangewezen vrijstellingsbestemming zullen volgen. In het algemeen gaat het om gebruik voor een ander doel dan dat waarop de accijnsheffing zich richt of een aangewezen doel zoals bunkeren en proviandering.
  2. Vrijstelling wordt verleend als accijnsgoederen worden gebruikt als grondstof of hulpstof bij de productie van niet-accijnsgoederen, bijvoorbeeld:
    • bier dat als grondstof dient bij de productie van shampoo;
    • lichte olie die wordt gebruikt voor de productie van verfverdunner.

Bij elke vrijstelling zal aan een aantal voorwaarden moeten worden voldaan om de accijnsgoederen af te leveren en/of te gebruiken zonder dat er accijns betaald hoeft te worden.

In de volgende gevallen kan vrijstelling van accijns worden verleend.

  1. Voor accijnsgoederen waarvan de vrijstelling op het tijdstip van de uitslag tot verbruik voldoende uit het product zelf blijkt, zoals bij gedenatureerde alcohol (artikel 64a, eerste lid, onderdeel a, WA). In de artikelen 64 en 64a WA staan de situaties beschreven. Als de vrijstellingsbestemming bij de uitslag tot verbruik onvoldoende uit het product zelf blijkt (artikel 65, eerste lid, onderdeel a, WA), is voor het verkrijgen van de vrijstelling een vergunning van de inspecteur vereist. Voor een vergunning moet zekerheid worden gesteld. Voor het bepalen van de hoogte en de wijze waarop de zekerheid kan worden gesteld, zie onderdeel 30.60.00, Zekerheid, van dit Handboek.
  2. Voor accijnsgoederen die worden gebruikt als grondstof voor de productie van niet-accijnsgoederen (artikel 65, eerste lid, onderdeel b WA). Voor deze vrijstelling is een vergunning van de inspecteur vereist.
  3. Voor de uitslag tot verbruik van minerale oliën die worden gebruikt (artikel 66, eerste lid, WA):
    1. Voor de aandrijving van schepen of als scheepsbehoeften aan boord van schepen;
    2. Voor de voortstuwing van luchtvaartuigen voor zover het betreft halfzware olie als bedoeld in GN-code 2710 19 21.
  4. voor de uitslag tot verbruik van accijnsgoederen die worden gebruikt (artikel 66a WA):
    1. aan boord van schepen in het verkeer van Nederland naar een andere lidstaat, anders dan over binnenwateren;
    2. aan boord van luchtvaartuigen in het verkeer van Nederland naar een andere lidstaat.
  5. Voor de uitslag tot verbruik van accijnsgoederen uit taxfreeshops, die worden verkocht aan reizigers met een bestemming gelegen buiten de EU (artikel 66b, eerste en tweede lid, WA).
  6. voor accijnsgoederen die worden gebruikt voor onderzoek, kwaliteitscontroles en smaaktesten buiten een AGP (artikel 68, eerste lid, WA).
  7. Voor reizigers (artikel 68a, WA): voor reizigers (artikel 68a, WA); het gaat om een vrijstelling die wordt verleend voor de invoer van accijnsgoederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers komende uit derde landen. In onderdeel 70.20.00 Levering aan reizigers/Invoer en overbrengen door particulieren of reizigers, wordt hier verder op ingegaan.
  8. Ingevolge bepaalde verdragen (artikel 69, WA). Ook in de daarmee overeenkomende gevallen kan vrijstelling van accijns worden verleend, zoals voor accijnsgoederen die aan diplomaten worden afgeleverd.

Deze vrijstellingen worden nader toegelicht in de hoofdstukken 3 tot en met 13 van dit Handboek.

Hierna worden nog enige bijzondere regelingen toegelicht die soms als vrijstelling worden aangeduid.

2.1.1 Vrijstelling voor brandstof in nieuwe auto's

Op basis van de beleidsregels accijnswetgeving is onder bepaalde voorwaarden goedgekeurd dat teruggaaf of vrijstelling van accijns kan worden verleend voor de brandstof die zich bevindt in nieuwe auto’s, die naar andere lidstaten worden verzonden.

2.1.2 Vrijstelling door middel van teruggaaf

De Energierichtlijn 2003/96 (artikel 14) voorziet in een vrijstelling van accijns voor minerale oliën die worden gebruikt voor de opwekking van elektriciteit. Deze vrijstelling is in Nederland geïmplementeerd in artikel 69a, WA als een teruggaafregeling.

Het kan ook om accijnsgoederen uit het vrije verkeer gaan. Zo is bij de diplomatieke vrijstelling (artikel 69 WA) voor motorbrandstoffen voor motorrijtuigen een regeling gekozen waarbij de goederen worden aangeschaft in het vrije verkeer van Nederland met teruggaaf van accijns.

Deze vorm wordt ook gekozen als het niet duidelijk is of aan de vrijstellingsvoorwaarden kan worden voldaan. Als pas achteraf bij controle op de verleende teruggaaf bij de eindgebruiker komt vast te staan dat niet aan de vrijstellingsvoorwaarden is voldaan, wordt er een naheffingsaanslag opgelegd. Hierbij is te denken aan de vrijstelling bij het bunkeren in de zogenoemde kleine luchtvaart (artikel 71d WA).

In onderdeel 50.20.00, Teruggaven, van dit Handboek wordt uitgebreid ingegaan op deze vorm van vrijstelling.

2.1.3 Geen uitslag tot verbruik voor brandstof voor het vervaardigen van minerale oliën (raffinaderijvrijstelling)

Artikel 2, negende lid WA bepaalt dat het verbruik van minerale oliën als brandstof voor het vervaardigen van minerale oliën binnen een AGP niet als uitslag tot verbruik wordt aangemerkt. Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, ontstaat er dus geen belastbaar feit.

In de praktijk wordt deze situatie wel aangeduid als de raffinaderijvrijstelling. Deze term stamt uit de tijd vóór invoering van de WA en werkt misleidend, omdat er in deze situatie nu géén echte vrijstelling meer geldt.

2.2 Wet voorraadvorming aardolieproducten

De voorraadheffing op de minerale oliën genoemd in de Wet voorraadvorming aardolieproducten wordt geheven als accijns. De WA is op die belasting van overeenkomstige toepassing. Bij vrijstelling van accijns wordt daarom eveneens vrijstelling verleend van de voorraadheffing.

2.3 Heffing van accijns bij het niet volgen van de vrijstellingsbestemming

Indien op grond van de artikelen 64 tot en met 69 WA vrijstelling van accijns wordt verleend ter zake van de uitslag tot verbruik, moeten die accijnsgoederen de vrijstellingsbestemming volgen. Indien die goederen de vrijstellingsbestemming niet volgen, is accijns verschuldigd en wordt nageheven op grond van artikel 20, eerste en tweede lid, AWR.