2 Inleiding

2.1 Algemeen

Dit onderdeel gaat over de opslag en vervaardiging van accijnsgoederen in de opslaginstituten genoemd in de Unie douanewetgeving. Enkele verwante onderwerpen zijn niet opgenomen in dit onderdeel; zie daarvoor de volgende onderdelen van dit Handboek, het Handboek EMCS en het Handboek Douane.

Onderwerp:	Onderdeel:
Belastbaar feit	Handboek Accijns, 20.10.00
Accijnsgoederenplaats	Handboek Accijns, 30.10.00
Geregistreerde afzender	Handboek Accijns, 30.30.00
Verbods- en strafbepalingen	Handboek Accijns, 60.30.00
Aanvang vervoer	Handboek EMCS, 2.00.00
Strafbepalingen douanewetgeving	Handboek Douane, 36.00.00

De (Unie) douanewetgeving maakt het mogelijk goederen zonder betaling van belasting op te slaan. Dit kan plaatsvinden in een douane-entrepot, een ruimte voor tijdelijke opslag en een voor tijdelijke opslag aangewezen plaats.

De goederen die in deze opslaginstituten worden opgeslagen, kunnen ook accijnsgoederen zijn. De Nederlandse accijnswetgeving biedt de mogelijkheid accijnsgoederen op te slaan in een in de douanewetgeving genoemd opslaginstituut en maakt het mogelijk een accijnsgoederenplaats (AGP) te vestigen in een ruimte die ook wordt gebruikt als douane-entrepot. Soms kunnen in deze ruimtes accijnsgoederen geproduceerd of verwerkt worden.

Door de opslag en productie en verwerking van accijnsgoederen in deze opslaginstituten kunnen tegelijkertijd bepalingen van de (Unie) douanewetgeving en van de accijnswetgeving van toepassing zijn. De bepalingen van de (Unie) douanewetgeving staan in het Douanewetboek van de Unie (DWU), de Gedelegeerde verordening bij het DWU (GVo.DWU), de Uitvoeringsverordening bij het DWU (UVo.DWU), de Algemene douanewet, het Algemeen douanebesluit en de Algemene douaneregeling. Het Handboek Douane geeft een toelichting op de verschillende douane-opslagregelingen.

2.2 Wettelijk kader

Op grond van artikel 85, WA zijn in de artikelen 38 en 39, UBA bepalingen opgenomen voor het voorhanden hebben van accijnsgoederen in een douane-entrepot. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen:

• opslag in een ruimte die is aangewezen als particulier douane-entrepot en als AGP (artikel 39, UBA);
• opslag in particuliere douane-entrepots en publieke douane-entrepots type II (artikel 38, UBA).