HOOFDSTUK 56. WATTEN, VILT EN GEBONDEN TEXTIELVLIES; SPECIALE GARENS; BINDGAREN, TOUW EN KABEL, ALSMEDE WERKEN DAARVAN
AANTEKENINGEN
1.
Dit hoofdstuk omvat niet:
a) watten, vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd, bekleed of bedekt met stoffen of bereidingen (bijvoorbeeld parfum of cosmetische producten bedoeld bij hoofdstuk 33, zeep of detergentia bedoeld bij post 3401, schoensmeer, boenwas, poetsmiddelen of dergelijke preparaten bedoeld bij post 3405, wasverzachters bedoeld bij post 3809), waarbij de textielstof slechts als drager dient;
b) textielproducten bedoeld bij post 5811;
c) natuurlijke of kunstmatige schuur-, slijp- of polijstmiddelen, in poeder of in korrels, op een drager van vilt of van gebonden textielvlies (post 6805);
d) samengekit of gereconstitueerd mica op een drager van vilt of van gebonden textielvlies (post 6814);
e) bladmetaal op een drager van vilt of van gebonden textielvlies (in het algemeen afdeling XIV of XV);
f) maandverbanden en tampons, luiers en inlegluiers en dergelijke artikelen bedoeld bij post 9619.
2.
Als „vilt” wordt eveneens aangemerkt, naaldgetouwvilt, alsmede producten die bestaan uit een vlies van textielvezels, waarvan de samenhang is versterkt door het geheel met een naai-breisteek te binden, waarbij de textielvezels zelf als stikmateriaal worden gebruikt („stitch-bonding”).
3.
Onder de posten 5602 en 5603 vallen respectievelijk vilt en gebonden textielvlies, geïmpregneerd, bekleed, bedekt of gelamineerd met kunststof of met rubber, ongeacht de aard van deze stoffen (compact of met celstructuur).
Post 5603 omvat eveneens gebonden textielvlies waarvan het bindmiddel uit kunststof of rubber bestaat.
De posten 5602 en 5603 omvatten echter niet:
a) vilt geïmpregneerd, bekleed, bedekt of gelamineerd met kunststof of met rubber, bevattende niet meer dan 50 gewichtspercenten textielstof, evenals vilt volledig in kunststof of rubber ingebed (hoofdstuk 39 of 40);
b) gebonden textielvlies, volledig in kunststof of rubber ingebed, dan wel aan beide zijden met deze stoffen bekleed of bedekt, voor zover deze bekleding of deklaag met het blote oog kan worden waargenomen en waarbij de door deze bewerkingen veroorzaakte kleurverandering buiten beschouwing wordt gelaten (hoofdstuk 39 of 40);
c) Platen, vellen of strippen van kunststof of van rubber, met celstructuur, verbonden met vilt of met gebonden textielvlies waarbij de textielstof slechts als drager dient (hoofdstuk 39 of 40).
4.
Post 5604 omvat geen textielgarens, strippen en artikelen van dergelijke vorm bedoeld bij post 5404 of 5405, waarvan de impregnering, de deklaag of de bekleding niet met het blote oog kan worden waargenomen (in het algemeen hoofdstukken 50 tot en met 55); voor de toepassing van deze bepaling wordt de door de bedoelde bewerkingen veroorzaakte kleurverandering buiten beschouwing gelaten.
AANVULLENDE AANTEKENING (GN)
1.
De onderverdelingen 5603 14 20 en 5603 94 20 omvatten naaldvilt, met een gewicht van niet meer dan 400 g/m2, met een dikte van meer dan 0,5 mm doch niet meer dan 1,8 mm geïmpregneerd met bindmiddelen, bevattende minder dan 10 gewichtspercent glas, op rollen met een diameter van 100 cm tot 130 cm en een breedte van 95 cm tot 120 cm.