Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

AFDELING XVI. MACHINES, TOESTELLEN EN ELEKTROTECHNISCH MATERIEEL, ALSMEDE DELEN DAARVAN; TOESTELLEN VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN GELUID, VOOR HET OPNEMEN OF HET WEERGEVEN VAN BEELDEN EN GELUID VOOR TELEVISIE, ALSMEDE DELEN EN TOEBEHOREN VAN DEZE TOESTELLEN

AANTEKENINGEN

1.

Deze afdeling omvat niet:

a) drijfriemen, drijfsnaren of transportbanden, van kunststof bedoeld bij hoofdstuk 39 of van gevulkaniseerde rubber (post 4010), alsmede andere artikelen van de soort gebruikt in machines, in toestellen of in elektrotechnisch materieel, of voor ander technisch gebruik, van niet-geharde gevulkaniseerde rubber (post 4016);

b) artikelen voor technisch gebruik, van leder of van kunstleder (post 4205) of van bontwerk (post 4303);

c) spoelen, buisjes, hulzen, klossen en dergelijke opwindmiddelen, ongeacht de stof waarvan zij zijn vervaardigd (bijvoorbeeld hoofdstuk 39, 40, 44 of 48, dan wel afdeling XV);

d) kaarten met geponste patronen voor jacquardmachines en voor dergelijke machines (bijvoorbeeld hoofdstuk 39 of 48, dan wel afdeling XV);

e) drijfriemen, drijfsnaren en transportbanden, van textielstoffen (post 5910) en artikelen van textielstoffen voor technisch gebruik (post 5911);

f) natuurlijke, synthetische of gereconstrueerde edelstenen of halfedelstenen, bedoeld bij de posten 7102 tot en met 7104, alsmede geheel uit deze stenen bestaande werken bedoeld bij post 7116, evenwel met uitzondering van niet-gemonteerde, bewerkte saffieren en diamanten voor weergavekoppen (post 8522);

g) delen voor algemeen gebruik in de zin van aantekening 2 op afdeling XV, van onedel metaal (afdeling XV) en dergelijke artikelen van kunststof (hoofdstuk 39);

h) boorpijpen (drill pipes) (post 7304);

ij) metaaldoek en banden, zonder eind, van metaaldraad of van metaalstrippen (afdeling XV);

k) artikelen bedoeld bij hoofdstuk 82 of 83;

l) artikelen bedoeld bij afdeling XVII;

m) artikelen bedoeld bij hoofdstuk 90;

n) uurwerken en andere artikelen, bedoeld bij hoofdstuk 91;

o) verwisselbare gereedschappen bedoeld bij post 8207 en borstels van de soort gebruikt als delen voor machines (post 9603), alsmede dergelijke verwisselbare gereedschappen, die worden ingedeeld naar de stof waaruit het werkzaam deel bestaat (bijvoorbeeld hoofdstuk 40, 42, 43, 45 of 59, post 6804 of 6909);

p) artikelen bedoeld bij hoofdstuk 95;

q) inktlinten voor schrijfmachines en dergelijke inktlinten, ook indien op spoelen of in cassettes (indeling naargelang van de stof waaruit zij zijn vervaardigd of onder post 9612 indien geïnkt of op andere wijze geprepareerd voor het maken van afdrukken), of statieven met één, twee of drie poten en dergelijke artikelen bedoeld bij post 9620.

2.

Behoudens het bepaalde in aantekening 1 op deze afdeling en in de aantekeningen 1 op de hoofdstukken 84 en 85, worden delen van machines (andere dan delen van artikelen bedoeld bij post 8484, 8544, 8545, 8546 of 8547) ingedeeld met inachtneming van de volgende regels:

a) delen die als zodanig onder een van de posten van hoofdstuk 84 of 85 (andere dan de posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8487, 8503, 8522, 8529, 8538 en 8548) kunnen worden ingedeeld, blijven onder die posten ingedeeld, ongeacht de machine waarvoor zij bestemd zijn;

b) delen, andere dan die bedoeld onder a) hiervoor, waarvan kan worden onderkend dat zij uitsluitend of hoofdzakelijk bestemd zijn voor een bepaalde machine of voor verschillende onder eenzelfde post vallende machines (met inbegrip van die bedoeld bij post 8479 of 8543), worden ingedeeld onder de post waaronder die machine valt of die machines vallen of onder een der posten 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538, naargelang van het geval; delen die hoofdzakelijk worden gebruikt zowel voor de goederen bedoeld bij post 8517 als voor die bedoeld bij de posten 8525 tot en met 8528, worden echter ingedeeld onder post 8517, en delen die uitsluitend of hoofdzakelijk worden gebruikt voor goederen bedoeld bij post 8524 worden ingedeeld onder post 8529;

c) andere delen worden ingedeeld onder post 8409, 8431, 8448, 8466, 8473, 8503, 8522, 8529 of 8538, naargelang van het geval, of, indien dit niet mogelijk is, onder post 8487 of 8548.

3.

Voor zover niet anders is bepaald, worden combinaties van machines van verschillende soorten, die bestemd zijn om gezamenlijk te functioneren en die een geheel vormen, alsmede machines met twee of meer verschillende (afwisselende of aanvullende) functies, ingedeeld naar de hoofdfunctie die kenmerkend is voor het complex.

4.

Indien een machine of een combinatie van machines uit individuele elementen bestaat (ook indien afzonderlijk opgesteld of onderling verbonden door elektrische of andere leidingen, overbrengingsmechanismen of andere voorzieningen), bestemd om gezamenlijk een welbepaalde functie te verrichten, zoals bedoeld bij een der posten van hoofdstuk 84 of 85, wordt het geheel ingedeeld onder de post die in verband met die functie van toepassing is.

5.

Voor de toepassing van vorenstaande aantekeningen heeft het woord „machines” zowel betrekking op machines als op de verschillende toestellen, apparaten, uitrustingen en werktuigen, bedoeld bij hoofdstuk 84 of 85.

6. A.

In de nomenclatuur worden als “elektrische en elektronische resten en afval” aangemerkt, elektrische en elektronische assemblages, gedrukte schakelingen en elektrische of elektronische artikelen die:

a) onbruikbaar zijn geworden voor hun oorspronkelijke doeleinden door breuk, versnijden of andere processen of economisch ongeschikt zijn voor reparatie, vernieuwing of renovatie om ze geschikt te maken voor hun oorspronkelijke doeleinden; en

b) zijn verpakt of verscheept op een wijze die niet is bedoeld om individuele artikelen te beschermen tegen beschadiging tijdens het vervoer of laad- en losverrichtingen.

6. B.

Gemengde zendingen van “elektrische en elektronische resten en afval” en andere resten en afval worden ingedeeld onder post 8549

6. C.

Deze afdeling omvat niet stedelijk afval, als bedoeld bij aantekening 4 op hoofdstuk 38.

AANVULLENDE AANTEKENINGEN (GN)

1.

Gereedschappen, benodigd voor het monteren of voor het onderhouden van machines, worden, indien zij gelijktijdig met de machines ter vrijmaking worden aangeboden, ingedeeld als die machines. Bovenstaande regeling is eveneens van toepassing op verwisselbare gereedschappen die gelijktijdig worden aangeboden met de machines, voor zover zij tot de normale uitrusting daarvan behoren en daarmede normaal worden verkocht.

2.

Tot staving van zijn aangifte dient de aangever van de goederen desgevraagd aan de douaneambtenaren geïllustreerde documentatie (prospectussen, catalogi, foto's en dergelijke) over te leggen, waarin de machine wordt omschreven en waaruit het gebruik en de voornaamste eigenschappen kunnen worden afgeleid; voor machines die in gedemonteerde staat of niet-gemonteerde staat worden ingevoerd, kan bovendien een montageplan en een inhoudsopgave van de verschillende colli's worden geëist.

3.

Op verzoek van de aangever van de goederen en onder de voorwaarden en bepalingen, vast te stellen door de bevoegde autoriteiten, kan het bepaalde in algemene regel 2, onder a), eveneens worden toegepast op machines die in deelzendingen worden ingevoerd.