1 Gecertificeerde geadresseerde
1.1 Gecertificeerde geadresseerde
1.1.1 Algemeen
In de accijnswetgeving wordt beschreven onder welke voorwaarden accijnsgoederen vanuit andere lidstaten veraccijnsd naar Nederland mogen worden gebracht. Veraccijnsd wil hier zeggen, dat de accijnsgoederen in een andere lidstaat (de lidstaat van vertrek) zijn uitgeslagen tot verbruik en dat over de accijnsgoederen accijns is voldaan volgens het tarief van de lidstaat van vertrek. Het overbrengen van veraccijnsde accijnsgoederen vanuit een andere lidstaat is onder meer toegestaan als de bestemming van deze goederen een gecertificeerde geadresseerde is. Om als gecertificeerde geadresseerde aangemerkt te worden moet op verzoek een vergunning zijn verstrekt door de inspecteur (artikel 50h Wet op de accijns (WA)).
Als de goederen in Nederland worden ontvangen door of namens een gecertificeerde geadresseerde of diens afnemer, ontstaat een belastbaar feit, waardoor in Nederland de Nederlandse accijns verschuldigd wordt.
De verzendende onderneming in de andere lidstaat moet beschikken over een vergunning gecertificeerde afzender. De gecertificeerde afzender kan onder voorwaarden de in de lidstaat van vertrek betaalde accijns terugvragen.
Met een Nederlandse ‘Vergunning gecertificeerde geadresseerde’ mogen accijnsgoederen die in een andere lidstaat van de Europese Unie (EU) zijn uitgeslagen tot verbruik:
- in Nederland worden ontvangen van een gecertificeerde afzender die gevestigd is in een andere lidstaat van de Europese Unie (EU).
- in Nederland worden ontvangen van een gecertificeerde afzender die gevestigd is in Nederland en via het grondgebied van een andere lidstaat van de EU vervoert.
Een tijdelijke vergunning gecertificeerde geadresseerde (zie 1.1.3 Tijdelijk gecertificeerde geadresseerde) wordt afgegeven aan de gecertificeerde geadresseerde die slechts incidenteel accijnsgoederen ontvangt.
Een vergunning gecertificeerde geadresseerde is niet nodig voor het vervoer binnen Nederland van accijnsgoederen die in Nederland zijn uitgeslagen tot verbruik. Voor deze goederen moet in principe de herkomst worden aangetoond (zie Hoofdstuk 8 van onderdeel 40.15.00, Overbrengen en EMCS).
1.1.2 Vergunning en voorwaarden
1.1.2.1 Begrip gecertificeerde geadresseerde; vergunning alleen maar mogelijk voor een ondernemer
Artikel 1a, eerste lid WA, definieert het begrip gecertificeerde geadresseerde.
Hieruit blijkt dat een gecertificeerde geadresseerde een natuurlijk of rechtspersoon moet zijn, die op grond van een volgens de Wet op de accijns afgegeven vergunning dan wel ingevolge de wettelijke bepalingen van de lidstaat van bestemming staat geregistreerd om bij de bedrijfsuitoefening van die persoon accijnsgoederen te ontvangen die op het grondgebied van de ene lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en vervolgens naar het grondgebied van een andere lidstaat zijn overgebracht.
Dit houdt in dat een gecertificeerde geadresseerde een ondernemer moet zijn.
Een particulier daarentegen kan geen vergunning ontvangen aangezien er geen sprake is van het ontvangen van accijnsgoederen bij de bedrijfsuitoefening.
1.1.2.2 Administratie
De gecertificeerde geadresseerde moet in ieder geval een administratie voeren overeenkomstig artikel 50h, derde lid WA. In die administratie moeten op grond van artikel 9ca van het Uitvoeringsbesluit accijns (UBA) in ieder geval aantekeningen worden opgenomen van
- de ontvangen accijnsgoederen en de daarbij behorende facturen;
- de e-VAD’s (vereenvoudigde elektronische administratieve documenten) of andere documenten met daarop de unieke vereenvoudigde administratieve referentiecode (VARC);
- de nooddocumenten met dezelfde gegevens als het voorlopige e-VAD als het vervoerssysteem EMCS (Excise Movement and Control System) niet beschikbaar is;
- het bewijs dat voor de ontvangen accijnsgoederen in Nederland de accijns op aangifte is voldaan behalve als de accijnsgoederen zijn vrijgesteld van accijns.
1.1.2.3 Zekerheid
Voordat er gebruik gemaakt kan worden van de vergunning, moet de vergunninghouder zekerheid stellen (artikel 56, eerste lid WA en artikel 22a URA).
Zie voor meer informatie onderdeel 30.60.00, Zekerheid, van dit Handboek.
1.1.2.4 Vergunning gecertificeerde geadresseerde voor tabaksproducten
De vergunning gecertificeerde geadresseerde geldt voor alle accijnsgoederen behalve tabaksproducten omdat tabaksproducten die in een andere lidstaat zijn uitgeslagen tot verbruik niet zijn voorzien van Nederlandse accijnszegels.
1.1.3 Vergunning gecertificeerde geadresseerde (tijdelijk)
Voor een gecertificeerde geadresseerde die slechts incidenteel accijnsgoederen ontvangt, wordt de vergunning beperkt (artikel 50h, tweede lid WA). Zij ontvangen een eenmalige vergunning namelijk vergunning gecertificeerde geadresseerde (tijdelijk). In de vergunning wordt in dat geval het volgende opgenomen:
- een duidelijke omschrijving van de hoeveelheid;
- accijnsgoederen;
- de specifieke afzender van wie de vermelde hoeveelheid accijnsgoederen afkomstig is;
- het tijdvak waarbinnen de accijnsgoederen in één of meerdere zendingen moeten worden ontvangen.
1.1.4 Verzoek om een vergunning
Een ‘vergunning gecertificeerde geadresseerde’ en een ‘vergunning gecertificeerde geadresseerde (tijdelijk)’worden op verzoek verleend door de inspecteur. Het aanvraagformulier voor deze vergunningen is te downloaden via de website van de Douane op www.douane.nl. Op het aanvraagformulier staat vermeld waar het aanvraagformulier ingediend moet worden.
De gegevens van het aanvraagformulier zijn gebaseerd op de gegevens zoals genoemd in artikel 50i WA en artikel 20e URA. Een vergunning kan alleen worden verleend als de vergunninghouder voldoet aan de (administratieve) voorwaarden zoals onder andere genoemd in paragraaf 1.1.2.2.
1.1.5 Vervoer
De vergunninghouder wordt geregistreerd in SEED (System for Exchange of Excise Data) als gecertificeerde geadresseerde die veraccijnsde goederen met een e-VAD mag ontvangen. Het e-VAD is een elektronisch bericht.
De gecertificeerde afzender (de verzender in de andere lidstaat) stuurt het e-VAD via EMCS naar de gecertificeerde geadresseerde. De gecertificeerde geadresseerde moet binnen 5 werkdagen na het eindigen van het vervoer een bericht van ontvangst via EMCS inzenden aan de inspecteur (artikel 6a, derde lid UBA). Daarvoor gebruikt de gecertificeerde geadresseerde ‘MijnDouane’ en kiest vervolgens voor ‘Accijnsgoederenvervoer’.
Zie voor de procedures op douane.nl in het Handboek EMCS.
1.1.6 Aangifte doen en accijns betalen
Na ontvangst van de accijnsgoederen moet er voor de verschuldigde accijns elektronisch aangifte worden gedaan. Dit moet worden gedaan uiterlijk op de eerstvolgende werkdag na de ontvangst van de accijnsgoederen. Voor minerale oliën moet er ook voorraadheffing worden betaald. Bij de ontvangst of het overbrengen van de accijnsgoederen kan sprake zijn van een onregelmatigheid die in Nederland heeft plaatsgevonden. Wanneer die onregelmatigheid in Nederland is geconstateerd, en er niet kan worden vastgesteld waar de onregelmatigheid plaatsvond, wordt deze geacht te hebben plaatsgevonden in Nederland. In dat geval merken we de accijnsgoederen ook aan als goederen die zijn uitgeslagen tot verbruik (artikel 4 WA). Ook over die accijnsgoederen moet dan ook de verschuldigde accijns worden betaald.
De aangifte wordt gedaan in MijnDouane door te kiezen voor ‘Accijns’ en vervolgens voor dagaangifte.