Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

4 Uitslag tot verbruik van in een andere lidstaat tot verbruik uitgeslagen goederen

Ook voor accijnsgoederen, waarover in een andere lidstaat de accijns al is voldaan, kan er toch in Nederland van een belastbaar feit sprake zijn en de accijns in Nederland verschuldigd worden.
Het gaat om de volgende situaties:

  1. Een particulieren heeft accijnsgoederen voorhanden in Nederland die hij vanuit een andere lidstaat heeft laten vervoeren naar Nederland;
  2. Wanneer goederen in Nederland voor commerciële doeleinden worden geleverd of gebruikt (artikel 2e, WA);
  3. Bij verkopen op afstand. Dit zijn veelal internetverkopen (artikel 2f WA);
  4. Indien er tijdens het vervoer onregelmatigheden hebben plaatsgevonden (artikel 4 WA).

4.1 Een particulier heeft accijnsgoederen voorhanden in Nederland die hij vanuit een andere lidstaat heeft laten vervoeren naar Nederland

Als een particulier voor eigen behoefte accijnsgoederen koopt in een andere lidstaat en deze zelf meebrengt naar Nederland, is hij in principe accijns verschuldigd in de lidstaat van aankoop
(oorsprongslandbeginsel). Hij wordt dus in Nederland geen accijns verschuldigd (artikel 2d, eerste lid, WA). Laat hij echter de accijnsgoederen vanuit een andere lidstaat vervoeren naar Nederland, dan is hij wel accijns verschuldigd (artikel 2d, derde lid, WA).

In onderdeel 70.20.00 ‘Verkoper aan reizigers en invoer/overbrengen door reizigers/ particulieren’, van dit Handboek wordt hierop nader ingegaan.

4.2 Wanneer goederen in Nederland voor commerciële doeleinden worden geleverd of gebruikt

4.2.1 Algemeen

Het uitgangspunt bij de accijnsheffing is dat accijnsgoederen worden belast in de lidstaat waar zij worden verbruikt. Er is dus sprake van uitslag tot verbruik indien accijnsgoederen voor commerciële doeleinden voorhanden wordt gehouden, die in een andere lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen en waarvoor de accijns niet in Nederland is voldaan. (artikel 2e, WA)

Onder dit voor commerciële doeleinden voorhanden houden wordt ook verstaan het voorhanden houden om in Nederland te worden geleverd of gebruikt.

De inspecteur hoeft niet aan te tonen dat de goederen voorhanden worden gehouden om te worden geleverd of gebruikt (zie Memorie van Toelichting op artikel 2e WA).

Doordat als belastbaar feit ook geldt, het commercieel voorhanden houden, om in Nederland te worden geleverd of gebruikt, kan er dus ook nog accijns worden geheven in de situatie dat de goederen niet meer feitelijk voorhanden zijn, omdat ze al zijn geleverd aan derden of voor eigen verbruik zijn aangewend.

Ter informatie!  Voorbeeld

Een ondernemer heeft bijvoorbeeld een hoeveelheid bier in zijn bedrijf voorhanden. Hij heeft dat bier zelf opgehaald in Duitsland, waar het is uitgeslagen uit een belastingentrepot. De Duitse accijns is voldaan. De verschuldigdheid van Nederlandse accijns ontstaat als de ondernemer het bier in zijn café voorhanden heeft. Dit voorhanden hebben voor commerciële doeleinden wordt dan aangemerkt als uitslag (artikel 2e, eerste lid, WA). De Nederlandse ondernemer moet beschikken over een vergunning gecertificeerde geadresseerde (zie onderdeel 30.50.10 van dit Handboek) en de Duitse ondernemer (houder van het belastingentrepot), moet tevens in het bezit zijn van een vergunning gecertificeerde afzender (zie onderdeel 30.50.00 van dit Handboek).

Voorwaarden

Om de heffing van de accijns op deze goederen zeker te stellen, zijn er in het UBA nadere regels opgenomen:

  • De accijnsgoederen worden uitsluitend overgebracht van een gecertificeerde afzender naar een gecertificeerde geadresseerde (artikel 2e, eerste lid, WA);
  • Het vervoer van deze goederen moet worden aangetoond met een vereenvoudigd elektronisch administratief document (e-VAD) (artikel 2e, derde lid, WA en artikel 6a, eerste lid, UBA). Zie voor meer informatie onderdeel 40.15.00, Overbrengen en EMCS, van dit Handboek.
  • De gecertificeerde geadresseerde moet zekerheid stellen voor het bedrag aan accijns dat hij verschuldigd kan worden (artikel 56, eerste lid, WA). Zie ook onderdeel 30.60.00, Zekerheid, van dit Handboek.

Uitzonderingen

Goederen kunnen commercieel voorhanden zijn zonder dat de accijns verschuldigd wordt. Het gaat hier om:

  • accijnsgoederen die aan boord van een schip of een vliegtuig voorhanden worden gehouden;
  • minerale oliën die op een bepaalde wijze worden overgebracht.

4.2.2 Accijnsgoederen die aan boord van een schip of vliegtuig voorhanden worden gehouden

De goederen aan boord van een schip of vliegtuig, dat de verbinding tussen Nederland en een andere Lidstaat verzorgt (lijndienst), worden geacht commercieel voorhanden te worden gehouden.

Dat zou betekenen dat over de voorraad die Nederland tijdens dit vervoer in of uitgaat telkens accijns verschuldigd wordt of kan worden teruggegeven. Ter vereenvoudiging hiervan is daarom een regeling getroffen. Deze houdt in dat indien de accijnsgoederen niet beschikbaar zijn voor de verkoop wanneer het schip of vliegtuig zich op het grondgebied van Nederland bevindt, zij niet geacht worden in Nederland voor commerciële doeleinden voorhanden te worden gehouden (artikel 2e, vierde lid, WA).

4.2.3 Minerale oliën in brandstoftanks en containers

Het voorhanden hebben van minerale oliën die in een andere lidstaat zijn uitgeslagen, wordt niet als uitslag tot verbruik aangemerkt als:

  • De minerale oliën zich bevinden in voertuigen van particulieren, in de tank of in een passend reserveblik (artikel 2d, vierde en vijfde lid, WA);
  • De minerale oliën zich bevinden in het normale brandstofreservoir van een bedrijfsmotorrijtuig (artikel 2e, vijfde lid, WA);
  • De minerale oliën bevinden zich in de normale reservoirs van containers voor speciale doeleinden en die bestemd zijn voor de werking tijdens het vervoer van specifieke systemen die tot de uitrusting van deze containers behoren (artikel 2e, vijfde lid, WA en artikel 3c, URA).

4.3 Verkopen op afstand van accijnsgoederen uit een andere lidstaat

Als uitslag tot verbruik wordt ook aangemerkt het kopen door een in Nederland gevestigde persoon, van in een andere lidstaat reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen, die door een in die andere lidstaat gevestigde verkoper of voor zijn rekening direct of indirect naar Nederland worden verzonden of vervoerd (artikel 2f, WA).

De accijns wordt verschuldigd op het moment van de levering van de accijnsgoederen (WA artikel 52, derde lid, onderdeel f). De in Nederland gevestigde persoon mag niet een vergunninghouder AGP, een geregistreerde geadresseerde of een zelfstandig bedrijf zijn. Met andere woorden, het gaat om de aankoop door een particulier of een publiekrechtelijk lichaam.

In onderdeel 30.40.00 ‘Verkoper op afstand en fiscaal vertegenwoordiger’, van dit Handboek wordt nader ingegaan op de verkopen op afstand.

4.4 Onregelmatigheden tijdens het vervoer van accijnsgoederen die in een andere lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen.

Als er zich onregelmatigheden voordoen tijdens het vervoer van accijnsgoederen, die in een andere lidstaat tot verbruik zijn uitgeslagen, dan is er sprake van uitslag tot verbruik. Artikel 4, WA regelt in dat geval welke belastbaar feit zich voordoet, die van artikel 2e, WA of artikel 2f, WA.

Onder een onregelmatigheid wordt verstaan:

  • Een andere situatie dan die waarin goederen tijdens het vervoer algeheel vernietigd zijn of algeheel of gedeeltelijk onherstelbaar zijn geworden door niet te voorziene omstandigheden of overmacht, waardoor de overbrenging van de accijnsgoederen niet op regelmatige wijze is beëindigd. Dat wil zeggen dat de goederen geheel of gedeeltelijk niet op hun bestemming zijn aangekomen, door een andere oorzaak dan niet te voorziene omstandigheden of overmacht (artikel 4, vijfde lid, WA);
  • Het niet voldoen aan de voorschriften van een of alle bij de overbrenging betrokken personen, of een gebrekkige naleving van de voorschriften (bijvoorbeeld geen of onjuist gebruik van een e-VAD of het niet vervoeren tussen een gecertificeerde afzender en een gecertificeerde geadresseerde (artikel 4, zesde lid, WA).

Zie onderdeel 20.20.00 Heffing en voldoening accijns van dit Handboek.

Mogelijk is er tevens sprake van een strafbaar feit volgens artikel 42, UBA, zie onderdeel 60.30.00 verbods- en strafbepalingen.