HOOFDSTUK 89. SCHEEPVAART
AANTEKENING
1.
Schepen die niet compleet of niet afgewerkt zijn en scheepsrompen, ook indien in gedemonteerde of niet-gemonteerde staat, alsmede complete schepen in gedemonteerde of niet-gemonteerde staat, worden bij twijfel omtrent de soort van schepen waartoe zij behoren, onder post 8906 ingedeeld.
AANVULLENDE AANTEKENINGEN (GN)
1.
De onderverdelingen 8901 10 10, 8901 20 10, 8901 30 10, 8901 90 10, 8902 00 10, 8903 22 10, 8903 23 10, 8903 32 10, 8903 33 10, 8904 00 91 en 8906 90 10 hebben alleen betrekking op schepen, ontworpen en gebouwd voor de vaart in volle zee en waarvan de grootste buitenwerks gemeten lengte van de romp (uitstekende delen niet medegerekend) 12 m of meer is. Voor de vaart in volle zee ontworpen en gebouwde vissersvaartuigen en reddingsboten en -schepen worden echter steeds als zeeschepen aangemerkt, ongeacht hun lengte.
2.
De onderverdelingen 8905 10 10 en 8905 90 10 hebben alleen betrekking op schepen, drijvende werktuigen en drijvende droogdokken, die ontworpen en gebouwd zijn voor het gebruik of de vaart in volle zee.
3.
Voor de toepassing van post 8908 omvat de uitdrukking „sloopschepen en ander drijvend materieel bestemd voor de sloop” eveneens, indien zij gelijktijdig met het te slopen materieel worden aangeboden en voor zover zij deel hebben uitgemaakt van hun normale uitrusting, de volgende artikelen:
— reserveonderdelen (zoals schroeven), ook in nieuwe staat,
— losse inventaris (meubelen, keukengerei, vaatwerk enz.) voor zover deze duidelijk sporen van gebruik vertonen.