HOOFDSTUK 16. BEREIDINGEN VAN VLEES, VAN VIS, VAN SCHAALDIEREN, VAN WEEKDIEREN, VAN ANDERE ONGEWERVELDE WATERDIEREN OF VAN INSECTEN
AANTEKENINGEN
1.
Vlees, slachtafvallen, vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren, evenals insecten, bereid of verduurzaamd op een wijze als bedoeld in hoofdstuk 2 of 3, aantekening 6 op hoofdstuk 4 , of post 0504, worden niet ingedeeld onder dit hoofdstuk.
2.
Bereidingen voor menselijke consumptie worden ingedeeld onder dit hoofdstuk voor zover zij meer dan 20 gewichtspercenten worst, vlees, slachtafvallen, bloed, insecten, vis, schaaldieren, weekdieren of andere ongewervelde waterdieren, afzonderlijk of tezamen genomen, bevatten. Indien deze bereidingen twee of meer van de voorgenoemde producten bevatten, worden zij ingedeeld onder de post van dit hoofdstuk die betrekking heeft op het bestanddeel dat in de samenstelling met het hoogste gewicht voorkomt. Deze bepalingen zijn niet van toepassing op de gevulde producten bedoeld bij post 1902 of op de bereidingen bedoeld bij de posten 2103 en 2104.
Voor bereidingen die lever bevatten is het bepaalde in de tweede zin echter niet van toepassing voor de vaststelling van de onderverdelingen binnen de posten 1601 en 1602.
AANVULLENDE AANTEKENINGEN
1.
Voor de toepassing van onderverdeling 1602 10 worden als „gehomogeniseerde bereidingen” aangemerkt, bereidingen en conserven, van fijn gehomogeniseerd vlees, slachtafvallen, bloed of insecten, opgemaakt voor de verkoop in het klein als voeding voor zuigelingen of voor jonge kinderen of als dieetvoeding, in verpakkingen met een nettogewicht van niet meer dan 250 g. Voor de toepassing van deze bepaling wordt geen rekening gehouden met kleine hoeveelheden ingrediënten, die aan de bereidingen zijn toegevoegd als smaakgevend middel, als conserveringsmiddel of voor een ander doel. Die bereidingen mogen kleine hoeveelheden zichtbare deeltjes vlees of slachtafvallen bevatten. Deze onderverdeling heeft voorrang op alle andere onderverdelingen van post 1602.
2.
De vis, schaaldieren, weekdieren en andere ongewervelde waterdieren die in de onderverdelingen van de posten 1604 en 1605 enkel onder hun gewone benaming worden genoemd, zijn van dezelfde soorten als degene die in hoofdstuk 3 onder dezelfde benaming zijn aangeduid.
AANVULLENDE AANTEKENINGEN (GN)
1.
Voor de toepassing van de onderverdelingen 1602 31 11, 1602 32 11, 1602 39 21, 1602 50 10 en 1602 90 61 worden als „niet gekookt en niet gebakken” aangemerkt, de producten die geen warmtebehandeling hebben ondergaan of die een warmtebehandeling hebben ondergaan die niet voldoende is om alle in de producten aanwezige vleeseiwitten te doen stollen, waardoor zij, voor zover het betreft producten van de onderverdelingen 1602 50 10 en 1602 90 61, als zij op het dikste gedeelte worden doorgesneden, op het snijvlak sporen van een rozeachtige vloeistof vertonen.
2.
Voor de toepassing van de onderverdelingen 1602 41 10, 1602 42 10 en 1602 49 11 tot en met 1602 49 15 worden als „”delen daarvan” uitsluitend aangemerkt, de bereidingen en conserven van vlees die stukken vlees bevatten, waarvan het op grond van de afmetingen en de aard van het samenhangende spierweefsel duidelijk is dat zij, naar gelang van het geval, afkomstig zijn van de ham, de karbonadestreng, de halskarbonade of de schouder van varkens (huisdieren).