Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

HOOFDSTUK 10. GRANEN

AANTEKENINGEN

1.

A) De producten genoemd in de posten van dit hoofdstuk vallen alleen onder deze posten als het graankorrels betreft, ook indien in de aar, in de kolf of op de stengel.

B) Dit hoofdstuk omvat niet, gepelde of op andere wijze bewerkte granen. Gedopte, geslepen, gepolijste, geglansde of voorgekookte (parboiled) rijst en breukrijst blijven evenwel ingedeeld onder post 1006. Evenzo blijft quinoa waarvan het zilvervlies geheel of gedeeltelijk is verwijderd om de saponine te scheiden, maar die geen andere behandeling heeft ondergaan, ingedeeld onder post 1008.

2.

Suikermais valt niet onder post 1005 (hoofdstuk 7).

AANVULLENDE AANTEKENING

1.

Als „harde tarwe” wordt aangemerkt, tarwe van de soort Triticum durum, alsmede de door kruising van verschillende variëteiten van Triticum durum verkregen hybriden die hetzelfde aantal (28) chromosomen bevatten.

AANVULLENDE AANTEKENINGEN (GN)

1.

Wordt aangemerkt als:

a) „rondkorrelige rijst”, bedoeld bij de onderverdelingen 1006 10 30, 1006 20 11, 1006 20 92, 1006 30 21, 1006 30 42, 1006 30 61 en 1006 30 92: rijst waarvan de korrels een lengte hebben van niet meer dan 5,2 mm en waarvan de verhouding lengte/breedte kleiner is dan 2;

b) „halflangkorrelige rijst”, bedoeld bij de onderverdelingen 1006 10 50, 1006 20 13, 1006 20 94, 1006 30 23, 1006 30 44, 1006 30 63 en 1006 30 94: rijst waarvan de korrels een lengte hebben van meer dan 5,2 doch niet meer dan 6,0 mm en waarvan de verhouding lengte/breedte kleiner is dan 3;

c) „langkorrelige rijst”, bedoeld bij de onderverdelingen 1006 10 71, 1006 10 79, 1006 20 15, 1006 20 17, 1006 20 96, 1006 20 98, 1006 30 25, 1006 30 27, 1006 30 46, 1006 30 48, 1006 30 65, 1006 30 67, 1006 30 96 en 1006 30 98: rijst waarvan de korrels een lengte hebben van meer dan 6,0 mm;

d) „padie”, bedoeld bij de onderverdelingen 1006 10 30, 1006 10 50, 1006 10 71, 1006 10 79 en 1006 10 90: rijst waarvan na het dorsen het kroonkafje niet is verwijderd;

e) „gedopte (bruine) rijst of zilvervliesrijst”, bedoeld bij de onderverdelingen 1006 20 11, 1006 20 13, 1006 20 15, 1006 20 17, 1006 20 19, 1006 20 92, 1006 20 94, 1006 20 96, 1006 20 98 en 1006 20 99: rijst waarvan alleen het kroonkafje is verwijderd. Hieronder valt met name rijst die in de handel wordt aangeduid als „bruine rijst”, „cargorijst”, „loonzainrijst” en „riso sbramato”;

f) „halfwitte rijst”, bedoeld bij de onderverdelingen 1006 30 21, 1006 30 23, 1006 30 25, 1006 30 27, 1006 30 29, 1006 30 42, 1006 30 44, 1006 30 46, 1006 30 48 en 1006 30 49: rijst waarvan het kroonkafje, een gedeelte van de kiem en alle of een deel van de buitenlagen van het zilvervlies zijn verwijderd, maar niet de binnenlagen;

g) „volwitte rijst”, bedoeld bij de onderverdelingen 1006 30 61, 1006 30 63, 1006 30 65, 1006 30 67, 1006 30 69, 1006 30 92, 1006 30 94, 1006 30 96, 1006 30 98 en 1006 30 99: rijst waarvan het kroonkafje, alle buiten- en binnenlagen van het zilvervlies, de gehele kiem in het geval van langkorrelige rijst en halflangkorrelige rijst, en ten minste een deel van de kiem in geval van rondkorrelige rijst zijn verwijderd, ook indien er overlangse witte strepen overblijven op ten hoogste 10 % van de korrels;

h) „breukrijst”, bedoeld bij onderverdeling 1006 40: brokstukken van korrels waarvan de lengte gelijk is aan of kleiner is dan 3/4 van de gemiddelde lengte van de gehele korrel.

2.

Het van toepassing zijnde douanerecht op mengsels vallende onder dit hoofdstuk wordt als volgt vastgesteld:

a) voor mengsels waarvan een van de bestanddelen ten minste 90 gewichtspercenten uitmaakt, is het douanerecht voor dat bestanddeel van toepassing;

b) voor andere mengsels is het douanerecht van het bestanddeel van toepassing dat leidt tot het hoogste bedrag aan douanerechten.