4 Vruchten- en groentesappen
Onder de categorie vruchten- en groentesap worden dranken verstaan die bestaan uit (artikel 7, WVAD):
- sap van vruchten of groente of mengsels daarvan;
- als vruchten- en groentesap wordt mede aangemerkt vruchten- of groentesap in vaste vorm of als concentraat in kleinhandelsverpakking of in een verpakking die is bestemd voor afnemers die voor gebruik gereed vruchten- en groentesap vervaardigen voor gebruik ter plaatse.
Vruchtensap is het pure ongegiste sap van vruchten, zoals druiven, sinaasappels, ananas, peren, kersen en tomaten. Groentesap is het pure ongegiste sap van groenten, zoals wortelen en bieten.
Bij sappen in vaste vorm of als concentraat in een andere verpakking dan een kleinhandelsverpakking (bijvoorbeeld in bulk) is (op dat moment) geen sprake van een alcoholvrije drank en dus geen verbruiksbelasting verschuldigd. Zodra die bulk/grootverpakkingen worden omgezet in verpakkingen voor consumptief gebruik (kleinverpakkingen) dan is er sprake van het vervaardigen van een alcoholvrije drank en dus wel verbruiksbelasting verschuldigd bij de uitslag of invoer.
Met verpakkingen die zijn bestemd voor afnemers die voor directe consumptie geschikte sappen vervaardigen voor gebruik ter plaatse kun je denken aan bijvoorbeeld de postmix apparaten. Het apparaat wordt gevuld met grondstoffen en door toevoeging van water wordt binnen zo’n apparaat een alcoholvrije drank vervaardigd voor gebruik ter plaatse.
De postmixapparaten moeten niet worden verward met de zogenoemde premixapparaten omdat die apparaten juist wel kant en klare alcoholvrije dranken bevatten.
Als aan vruchten- of groentesap suiker wordt toegevoegd, blijft dit aangemerkt als vruchtensap of groentesap. Het karakter ervan gaat door die toevoeging immers niet verloren.
De herleiding van het volume van vruchten- of groentesappen in vaste of geconcentreerde vorm naar het volume voor gebruik gerede vruchten- of groentesappen wordt altijd uitgevoerd met factor 4 (artikel 10, tweede lid, WVAD).
Voorbeeld
Bij een zogenaamde bag in box postmix siroop met een inhoud van 10 liter bestemd voor een postmixapparaat, ontstaat er voor die 10 liter siroop verschuldigdheid van verbruiksbelasting voor 40 liter alcoholvrije dranken (factor 4). Voor die grondstof (de postmixsiroop) is dan dus een bedrag van 0,4 x € 26,13 = € 10,45 (tarief vanaf 1 januari 2024) aan verbruiksbelasting verschuldigd.
Bevroren vruchten- en groentesappen
Ook niet-geconcentreerd vruchtensap of groentesap dat tijdelijk is bevroren (veelal ter conservering), moeten worden aangemerkt als vruchten- of groentesap in de zin van de WVAD (artikel 7, eerste lid, WVAD). Voor vruchten- en groentesap in bevroren toestand wordt niet de in artikel 10, tweede lid, WVAD genoemde factor 4 toegepast voor de berekening van de belasting. Na het ontdooien ontstaat immers de gerede (‘kant en klare”) drank.
Alcoholvrije wijn
Vruchtenwijn waaruit de alcohol is verwijderd (alcoholvrije wijn) wordt niet aangemerkt als een vruchtensap.
Wijn, tussenproducten en overige alcoholhoudende producten met een alcoholpercentage van niet meer dan 1,2 %vol. worden als limonade aangemerkt. Alcoholvrije wijn is dus een limonade. Uitsluitend ongegiste vruchtensap wordt aangemerkt als vruchtensap. Aangezien wijn een gegiste drank is, kan die niet als vruchtensap worden aangemerkt, ook al is de gevormde alcohol geheel of gedeeltelijk verwijderd.