Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

31 Hulpmaterialen voor stuwing en bescherming van goederen bij vervoer

In dit hoofdstuk vindt u aanwijzingen voor het gebruik van de vrijstelling bij het brengen in het vrije verkeer van materialen voor de stuwing en bescherming van goederen tijdens het vervoer.

31.1 Wettelijke basis

De vrijstelling van invoerrecht is voorzien in Verordening (EG) nr. 1186/2009 (Titel II, Hoofdstuk XXVI, artikel 105).

De vrijstelling van omzetbelasting is voorzien in artikel 7:27, lid 2, van de Algemene douaneregeling. De vrijstelling van omzetbelasting is gebaseerd op Richtlijn nr. 2009/132/EG (Titel XII, Hoofdstuk 4, artikel 82).

31.2 Reikwijdte vrijstelling invoerrecht

De vrijstelling van invoerrecht heeft betrekking op materialen die worden gebruikt voor de stuwing en bescherming van goederen die van een derde land naar het douanegebied van de Unie worden vervoerd. In principe zijn deze materialen niet geschikt voor herhaald gebruik.
(artikel 105 Verordening (EG) nr. 1186/2009)

31.3 Materialen

Enkele voorbeelden van materialen die voor de stuwing en bescherming bij het vervoer van goederen worden gebruikt zijn touw, stro, doek, papier, karton, houtkrullen, kunststoffen. Onder deze materialen worden ook materialen begrepen die goederen beschermen tegen temperatuurwisselingen.
Dekkleden, pallets en dergelijke zijn hiervan uitgezonderd.
(artikel 105 Verordening (EG) nr. 1186/2009)

31.4 Reikwijdte vrijstelling belastingen

De vrijstelling van invoerrecht is van overeenkomstige toepassing op de omzetbelasting.
(artikel 7:27, lid 2, van de Algemene douaneregeling)